In 1976 werden bij opgravingen in Nieuwegein resten gevonden van een huisplattegrond uit de Romeinse tijd. In wat de wijk Batau zou gaan worden, vonden archeologen paalsporen. Dit zijn verkleuringen in de grond. Op basis daarvan konden ze reconstrueren waar het houten bouwskelet van een boerderij had gestaan. Het gebouw had een twee- en een driebeukig gedeelte. De wanden bestonden uit vlechtwerk en de hele boerderij was omgeven door een greppel.
Dit soort inheemse boerderijen hebben er waarschijnlijk veel meer gestaan. Het is niet ondenkbaar dat voor een deel de oogst aan de Romeinse soldaten werd verkocht. Ook nadat de Romeinen waren weggetrokken, bleef een deel van deze boerderijen in gebruik. Archeologen vinden soms de sporen hiervan tot diep in de middeleeuwen in de bodem. Wel werden de boerderijen iedere paar decennia een stukje verplaatst. Dat kwam omdat de staanders tegen die tijd waren doorgerot, maar ook om gebruik te maken van de door alle rommel goed bemeste grond in en rondom de oude boerderij. Dat terrein werd als akker gebruikt.