Grebbelinie

Lodewijk XIV in Zeist

Ternauwernood had de Hollandse Waterlinie de Franse troepen kunnen tegenhouden. Daarom besloot men ten oosten van de Hollandse Waterlinie een Grebbelinie aan te leggen. Al sinds de zestiende eeuw leefde het idee om van de laaggelegen Vallei een verdedigingslinie te maken, maar behalve een schans bij Woudenberg was daar niets van terechtgekomen. Daarom werden de Fransen in 1672 niet gestuit in de Vallei.

Het drama van het Rampjaar zorgde voor een nieuwe impuls. In 1701 werden al nieuwe plannen gemaakt. Het duurde echter nog tot 1744 voordat de Liniedijk werd opgeworpen. Vervolgens werden sluizen en dijken aangelegd, waarmee gebieden onder water konden worden gezet. Schansen en andere aarden verdedigingswerken moesten die gebieden beschermen, die niet onder water gezet konden worden. Omdat een Franse inval in 1747 niet werd doorgezet, hoefde de linie niet te worden 'gesteld'. Het duurde vervolgens bijna een halve eeuw voordat er opnieuw enkele vestingwerken werden aangelegd. De Grebbelinie is altijd een zorgenkind gebleven, omdat het water in de Rijn vaak te laag stond om het gebied te kunnen inunderen.