De hernhutters hadden vele bedrijfjes en fabrieken gesticht in Zeist. In een van de leegstaande fabriekjes bij de Karpervijver vestigde de zilversmid A.A. Gerritsen zich in 1904. Hij startte er de Eerste Nederlandse Fabriek voor Goud & Zilverwerken. Een zoon van hem begon vijf jaar later met een bestekfabriek, Gerritsen en Co, die later Gero ging heten. De fabriek opende hij aan de spoorweg tussen Zeist en Huis ter Heide. Na de Eerste Wereldoorlog groeide het bedrijf tot 600 werknemers en was daarmee de grootste werkgever van Zeist. Er kwam zelfs een eigen fabrieksdorp voor de arbeiders. Na een ruzie stapte Gerritsen uit het bedrijf en begon een nieuwe bestekindustrie, die hij Sola noemde. Sola werd beroemd door de productie van roestvrijstalen messen en vorken. Na de jaren '70 van de twintigste eeuw ging het achteruit met de bestekindustrie.