Toen de veennederzettingen zich in de loop van de tijd ontwikkeld hadden tot dorpen, groeide de vraag naar allerlei producten. De boeren gingen brood bakken, bij de herbergen kwam een smederij. In het dorp konden de mensen terecht bij de wagenmaker, de timmerman, kleermaker, de molenaar en de schoenmaker. In de 19e eeuw waren er in Westbroek naast de wagenmaker Winkelman ook twee scheepswerven van de familie van de Berg. Bij al deze bedrijven konden maar weinig mensen werk vinden. Ook werden er geen goederen gemaakt om te verkopen buiten de eigen streek.
Toen eind 19e eeuw de industrie in Nederland in opkomst was, heeft Maartensdijk daar maar in kleine mate deel in gehad. Langs de Koningin Wilhelminaweg in Groenekan ontstond rond 1900 wat kleinschalige industrie. Het grote metaalbedrijf de ESKEM - daar in 1918 gevestigd - nam echter een speciale plaats in. Er werden rond 1900 ook twee boterfabrieken opgericht. Het fabriekje aan de Dorpsweg bij Huize Brandenburg in Maartensdijk en de Boterfabriek in Achttienhoven aan de Dr. Welfferweg.
In de jaren vijftig van de 20e eeuw ontwikkelde zich bij Maartensdijk het nu nog bestaande industrieterrein. Het ligt tussen de spoorweg en de Tolakkerweg. Daar vestigden zich o.a. de Metaverpa, een fabriek voor verpakkingsmachines en emballage materiaal en de drukinktfabriek van Hostman-Steinberg.