J.J. Bos, de dominee van Soest, was het een doorn in het oog dat de arbeiders en boeren die rond Huis ter Heide waren komen wonen, geen eigen protestantse kerk hadden. Hij vreesde geloofsafval omdat deze mensen elke zondag heel ver moesten lopen om een dienst bij te wonen. De katholieke emancipatiebeweging was na 1853 in Utrecht op gang gekomen en met Bos vreesden ook andere protestanten de effecten daarvan. Met behulp van enkele lokale grootgrondbezitters, zoals Pieter de la Cour, eigenaar van het goed Zandbergen en Jan Ignatius Daniel Nepveu, bewoner van Dijnselburg, kreeg Bos voldoende geld bij elkaar om een eigen kerkje te stichten bij Huis ter Heide, het zogenoemde Witte Kerkje.