De Weitemanslanden

Werkverschaffing in crisistijd

Tijd van wereldoorlogen

De Weitemanslanden waren oorspronkelijk een moerasgebied, dat gevoed werd door het water van de Bavesbeek. In het voorjaar was het er prachtig. Het wemelde er van de snippen, kieviten, wulpen, grutto's, tureluurs en kemphanen. Er kwamen otters en zelfs korhoenders voor. Op stille zomeravonden weerklonk de diepe bromstem van de "yperon" (roerdomp) over de wildernis. "Heurt", zeiden de moeders op het Oosteinde dan tegen de kleine kinderen, "doe möst noar berre, 'n yperon blas a". Als de boeren met paard en wagen hooi haalden in de Weitemanslanden, kon het gebeuren dat waar ze 's morgens nog gemakkelijk op het land konden komen, ze 's middags tot aan de as in het water terug moesten.

De Weitemanslanden

De Weitemanslanden liggen in de gemeenten Almelo, Tubbergen en Vriezenveen en danken de naam aan Hendrikus Dijkhuis, bijgenaamd de Weiteman, die vroeger als ongekroonde koning heer en meester was in dit gebied. Het moerasgebied ten oosten van het dorp Vriezenveen was ongeveer 600 ha groot. In 1926 werd de Overijsselse Ontginning Maatschappij opgericht. Deze maatschappij had al 1 jaar later het Staphorsterveld ontgonnen en verkaveld. Als tweede project was het oog gevallen op de Weitemanslanden. Daarover moest echter nog heel wat vergaderd worden, waarbij het er niet altijd even zachtzinnig aan toeging. Het hele gebied kende tussen de 1200 en 1400 grondeigenaren. Eind 1928 was het grootste gedeelte van de grondeigenaren bereid de grond aan de Ontginning Maatschappij Overijssel te verkopen, met het recht van eerste koop na de ontginning. Ook de graaf van Almelo, die ongeveer 100 ha in het gebied bezat, bracht zijn eigendommen in. Hij kreeg die later terug als aaneengesloten blok in de hoek Blankemeerweg-Weitemansweg. Hier werden vijf boerderijen gebouwd, waaronder De Weiteman (1937), Nieuw Schutteman, Oolde en de Adolph Frederik Hoeve (1957).

Boomplantdag

In het voorjaar van 1930 begon men met het graven van de kavelsloten. Enkele honderden stadswerklozen uit Den Haag werden hier te werk gesteld. Verscheidene keren brak er een loonconflict uit. "Met de schop in de handen en Chiep Whip [een sigaret] tussen de tanden, zo gaan wij naar de Weitemanslanden", zo zongen de talrijke stadswerklozen. In 1932 betrok het gezin van weduwe Kroeze hun nieuwgebouwde woning annex café De Weiteman op Weitemansweg 41 in de gemeente Tubbergen. In het voorjaar van 1932 werd de eerste boerderij gebouwd voor de heer F. Jonker in de gemeente Vriezenveen. Op 27 maart 1933 werd het gebied feestelijk in gebruik genomen. Minister-president Charles J.M. Ruys de Beerenbrouck was er speciaal voor naar de Weitemanslanden gekomen. Hij plantte de eerste boom aan de Weitemansweg. Daarna was het de beurt aan andere autoriteiten en aan de uitgenodigde schooljeugd.

Kooijplas

Een geluk bij een ongeluk is dat door initiatief van Twentse natuurvrienden de Kooijplas bleef behouden. Het natuurgebied De Kooijplas ligt in het noordelijk deel van de Weitemanslanden in de hoek Geesterenseweg−Weitemansweg en is circa 15 ha groot. Het gebied werd indertijd aangekocht door mr. dr. J.W. Schneider, een inwoner uit Delden. In 1988 werd dit natuurgebied verkocht aan de Stichting Beheer Natuur- en Landbouwgronden.
In de plannen van het ontwerp was ook een klein dorp opgenomen. De Vosmaatweg en de Oeverweg zijn de stille getuigen van dat voornemen. Verder is het er niet van gekomen. Mede door de aanleg van nieuwe afwateringskanalen zoals het Geesterens Stroomkanaal, is het thans een rustig en droog weidegebied met veel boerderijen.