Borne heeft in het verleden een verrassende verscheidenheid aan bedrijven gekend. Tegenwoordig zegt men dat het "vestigingsklimaat" er gunstig was. Dat kwam door de overvloed aan goedkope arbeidskrachten die in de landbouw geen bestaan meer konden vinden. Ooit waren er naast de dominante textielindustrie enkele steenbakkerijen, twee windmolens, vier cichoreifabriekjes, twee zeepziederijen, een grutterij, twee melkfabrieken en een kartonnagefabriek. Verder telde Borne een aantal belangrijke bedrijven in de metaalsector en de elektrotechniek. Dankzij een aantal pioniers werd Borne in de 19de eeuw de bakermat van technische bedrijfjes die uitgroeiden tot grote ondernemingen met internationale bekendheid. Maar om hun vleugels te kunnen uitslaan verhuisden zij naar Hengelo, dat aan een belangrijk spoorwegknooppunt kwam te liggen en zo Borne verdrong als vestigingsplaats.
Bakermat van machinefabriek Stork
Onder de pioniers was de Bornse smid Jan Meijling (1822-1873), die samen met ingenieur Coenraad Craan Stork (1829-1863) uit Oldenzaal in 1859 aan de Oude Almeloseweg een bescheiden werkplaats oprichtte voor de reparatie van machines voor de textielindustrie. Na het overlijden van Stork in 1863 en het uittreden van Meijling werden de zaken door twee broers van Coenraad voortgezet onder de naam Gebrs. Stork en Co. In 1868 werd deze toekomstige industriegigant naar Hengelo verplaatst.
Hofstede Crull
Een andere innovator was Rento W. H. Hofstede Crull (1863-1938). Hij kreeg in 1884 een baantje als volontair bij de Bornse machinefabriek Ledeboer. Na zijn verloving met een dochter van de gefortuneerde familie Dikkers kreeg hij de gelegenheid zich te ontwikkelen als elektrotechnicus. In 1894 startte hij in Borne een technisch bureau, dat van de gemeenteraad een concessie kreeg voor de aanleg van elektrische straatverlichting. Daarmee was Borne in 1896 de eerste elektrisch verlichte plattelandsgemeente in Nederland. In 1908 verhuisde het bedrijf naar Hengelo onder de naam Heemaf, een fabriek voor elektrotechnische apparaten. Heemaf-werknemer Floris Hazemeijer stichtte later de bedrijven Hazemeijer voor elektrisch schakelmateriaal en Hollandse Signaal voor militaire apparatuur.
Metaalgieterij Willem Aal & Zonen
Willem Aal (1859-?) begon in 1910 met zijn zoons Jan en Carel aan de Prins Bernhardlaan een gieterij voor koper-, aluminium- en tinproducten, die in 1913 werd omgezet in de NV Twentsche Metaal en IJzergieterij en een aantal keren in andere handen overging. De modellen voor de gietstukken werden vervaardigd door modelmakerij Kwast aan de Morseltdijk. Later produceerde men precisieproducten voor Philips. Van 1964 tot 1967 werd het bedrijf voortgezet als een afdeling van Cirex in Almelo.
Draadindustrie Jonge Poerink
In 1932 richtte Jannes Jonge Poerink een bedrijf op voor producten van metaaldraad, waarvan er vele letterlijk door het hele land gingen als bagagerekken voor treinen. Het bedrijf heeft zich nu gespecialiseerd in interne transportsystemen. In 1995 werd Draadindustrie Jonge Poerink overgenomen door Ashworth Brothers en draagt nu de naam Jonge Poerink Conveyors.
Firma Bons & Evers
Sinds 1949 produceert de firma Bons & Evers complexe onderdelen van messing voor zeer uiteenlopende toepassingen in sanitair, verwarmingssystemen, leidingen en allerhande machines, apparaten en voertuigen. We gebruiken ze dagelijks en onopgemerkt, omdat ze vaak als onderdelen onzichtbaar in het eindproduct zijn verwerkt.