-
Een belangrijke minister-president
Veel mensen vinden Willem Drees de beste minister-president van
de afgelopen honderd jaar. Willem Drees was minister-president in
de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog, van 1948 tot 1958. Een
minister-president is de leider van de ministers.
-
Voorvechter voor de arbeiders
Dit is een verkiezingsposter van de Partij van de Arbeid (PvdA)
uit 1952, met daarop het portret van Willem Drees. Willem Drees was
een echte voorvechter voor de arbeiders. Hij werd al jong lid van
de arbeiderspartij, die toen nog de Sociaal Democratische
Arbeiderspartij (SDAP) heette.
Willem Drees werd geboren in 1886 in Amsterdam. Toen hij vijf
jaar oud was, overleed zijn vader. Het gezin had veel problemen
want ze hadden geen inkomen meer. Dankzij een rijke oom kon Willem
Drees toch zijn opleiding afmaken.
Toen Willem Drees achttien jaar oud was, werd hij lid van de
arbeiderspartij. De jaren dertig van de vorige eeuw waren crisisjaren. Het ging
heel slecht in Nederland: er was veel werkloosheid en armoede.
Drees wist uit eigen ervaring goed hoe het is om in armoede te
leven. Hij wilde zich daarom inzetten voor de werklozen, de
bejaarden, de zieken en de armen.
En toen brak in 1940 de Tweede Wereldoorlog uit. Nederland werd bezet
door de Duitsers. Willem Drees werd gevangen gezet in een
concentratiekamp. Na een jaar kwam hij weer vrij.
In het diepste geheim schreef Willem Drees plannen voor wat er
allemaal veranderen moest in Nederland na de oorlog. Die plannen
kon hij uitvoeren toen hij na de oorlog in de regering kwam. Eerst
als minister van Sociale Zaken en later als minister-president.
-
Tijd voor wederopbouw
Willem Drees werd minister-president in een moeilijke tijd. De
Tweede Wereldoorlog was net voorbij. Er was veel vernield. Met de
handel en de industrie stond het er slecht voor. Tijd om het land
weer op te bouwen, vond Drees. Er moest hard gewerkt worden! Heel
Nederland deed mee. Er werden nieuwe huizen gebouwd en fabrieken
draaiden weer.
Willem Drees vond dat alle Nederlanders mee moesten werken aan
de wederopbouw en dat ze zuinig moesten leven. De mensen verdienden
wat minder geld, maar daardoor kwam Nederland sneller uit de
problemen. Het betekende wel dat je dus geen auto of televisie kon
kopen. Dat moest maar even wachten.
Samenwerken, daar ging het om. Samen het land weer opbouwen, dat
was wat Drees wilde. In die tijd was Nederland opgedeeld in
groepen. Het was normaal dat je veel dingen binnen je eigen groep
deed. Je zat op een protestantse school, een rooms-katholieke
voetbalclub of de socialistische scouting. Maar Drees vond dat het
niet uitmaakte waar je bij hoorde, als je maar samenwerkte.
-
Het goede voorbeeld
In verhalen over Willem Drees draait het vaak om zuinigheid en
eenvoud. De belangrijkste man van Nederland had geen auto met
chauffeur nodig. Hij liep of fietste naar zijn werk. 's Middags
ging hij niet luxe lunchen, maar gewoon naar huis om met mevrouw
Drees een boterham te eten. Zijn leven lang heeft hij het goede
voorbeeld willen geven.
-
De verzorgingsstaat
Willem Drees bouwde, samen met de regering, aan een
'verzorgingsstaat'. In een verzorgingsstaat zorgen mensen voor
elkaar. Via de belasting zorgt de regering dat zieke, werkloze of
arme mensen toch geld hebben om van te leven. Het bekendste
voorbeeld is de Algemene Ouderdoms Wet (AOW) uit 1956.
Willem Drees kwam in 1947 met de 'Noodvoorziening voor ouden van
dagen'. Die wet was nodig omdat heel veel mensen toen geen pensioen
kregen na hun 65e. Ze hadden dus geen geld als ze oud waren en niet
meer konden werken. Willem Drees zorgde ervoor dat die mensen vanaf
dat moment wel een uitkering kregen.
Een alleenstaand iemand kreeg ongeveer vier euro per week en een
echtpaar zeven euro. Dat lijkt misschien niet veel, maar in die
tijd kon je daar veel meer van kopen dan nu. Met de uitkering kon
je dus voor jezelf zorgen, zonder afhankelijk te zijn van de hulp
van iemand anders.
Maar daar bleef het niet bij. Als Willem Drees in 1948
minister-president wordt, komen er nog veel meer wetten voor mensen
die niet goed voor zichzelf kunnen zorgen. De weduwen- en wezenwet,
de ziekte- en werkloosheidwet en natuurlijk de AOW, de Algemene
Ouderdoms Wet uit 1956. Tot op de dag van vandaag bestaan deze
wetten nog.
-
'Vadertje Drees'
Willem Drees was een van de populairste minister-presidenten die
Nederland gekend heeft. Op zijn verjaardag kreeg hij zakken vol
post, met kaarten, brieven en tekeningen. Maar de mensen stuurden
ook cadeautjes, zoals dit portret. Als je er goed naar kijkt, zie
je dat het helemaal gemaakt is van schelpen! Je kunt het zelf gaan
bekijken in het Rijksmuseum.
De bijnaam van Willem Drees was 'vadertje Drees'. De
Nederlanders zagen hem als een vader die voor hen zorgde.
Willem Drees kreeg de bijnaam 'Vadertje Drees' vooral door zijn
'Noodvoorziening voor ouden van dagen' uit 1947. Dat is nu de AOW,
een geldbedrag dat alle mensen van 65 en ouder krijgen.
De mensen waren Willem Drees erg dankbaar. Sommigen dachten
zelfs dat hij het echt uit zijn eigen zak betaalde. Ze zeiden dan
ook wel: "We trekken van Drees".
-
Marshall-hulp
Dit is een Mariakaakje: een rond en knapperig koekje. Willem
Drees at ze bij de thee. Hij vond een taartje bij de thee maar
overdreven. Een droog kaakje was goed genoeg. Daar is een mooi
verhaal over. Het heet 'Het Mariakaakje-overleg' en het gaat over
hulp van Amerika aan Nederland.
Het verhaal gaat zo: "Op een dag in 1947 krijgt Willem Drees
hoog bezoek. Twee belangrijke mannen uit de Verenigde Staten van
Amerika komen bij Drees thuis. Ze komen praten over mogelijke
financiële hulp van Amerika aan Nederland, de zogenoemde
'Marshall-hulp'. Dat geld zou Nederland zo vlak na de oorlog goed
kunnen gebruiken om het land weer op te bouwen. Maar Amerika wil
dat geld alleen betalen, als ze er vertrouwen in hebben dat het
goed besteed wordt.
Als het tijd voor thee is, serveert mevrouw Drees geen luxe
gebakjes, maar eenvoudige mariakaakjes. De Amerikanen kijken
elkaar aan, en besluiten dan dat een land met zo'n zuinige
minister-president het geld zeker goed zal besteden. Nederland
krijgt de Marshall-hulp."
Of het echt zo gegaan is? Waarschijnlijk niet. Het verhaal is
waarschijnlijk verzonnen door de minister van Buitenlandse Zaken
Josef Luns, en het werd meteen heel beroemd. Een feit is dat
Nederland de Marshallhulp heeft gekregen, en dat het geld goed
heeft geholpen bij de wederopbouw van Nederland.
-
Zuinig aan!
Dit is een heel handige spaarpot. Het is een spaarpot waarmee je
kan 'budgetteren'. Een budget is het geld dat ergens aan besteed
mag worden. Een kledingbudget is bijvoorbeeld geld dat je gebruikt
om kleding te kopen. Op die manier weet je zeker dat je niet meer
geld uitgeeft dan je hebt.
Minister-president Willem Drees vroeg de mensen om zuinig te
zijn. Er werd afgesproken dat de mensen voorlopig moesten werken
voor een laag loon. De mensen verdienden dus wat minder geld. Maar
daardoor zou de economie van Nederland weer sterk worden.
Het betekende dat je heel bewust met je geld moest omgaan. Als
je weinig geld hebt, moet je eerst goed nadenken voordat je het
uitgeeft. Je moet dan gaan 'budgetteren'. Als je budgetteert maak
je eigenlijk allemaal aparte potjes. Een potje voor de
boodschappen, een potje voor het gas en het licht, een potje voor
de vakantie, enz. Zo weet je precies hoeveel je aan
wat uitgeeft en kom je niet zo snel voor verrassingen te
staan.
Deze spaarpot hielp je bij het maken van een overzicht van wat
je kreeg en wat je uitgaf. Dat was ook wel nodig: in de tijd van
Willem Drees kregen de mensen hun loon contant in een zakje mee
naar huis. Er bestonden er nog geen overzichtelijke giro- of
bankafschriften. En van internetbankieren had nog helemaal niemand
gehoord...
Vensterplaat Willem Drees. Voor docenten: Vensterles groep 5-8. Illustratie: Fiel van der Veen.