Vanaf 1855 kon Vriezenveen gebruik maken van de Overijsselse kanalen om naar Zwolle te varen; 1 jaar later kwam de zijtak naar de Haandrik bij de Vecht gereed. Het vervoer over water nam en hoge vlucht en de textielfabriek Jansen & Tilanus vestigde zich aan het kanaal. Een ½ eeuw nadien kwam er parallel aan het kanaal van Vroomshoop naar Almelo een spoorlijn.
Overijsselse Kanalisatie Maatschappij
De eerste plannen voor een kanaal van Zwolle naar Almelo
dateerden al van 1830. Tussen 1830 en 1850 werd een paar maal een
ontwerp gemaakt, dat de eindstreep niet haalde. Enkele keren ging
de aanbesteding niet door omdat de aannemers een hogere betaling
wensten dan er in de begroting stond. Uiteindelijk werd bij
Koninklijk Besluit van 13 oktober 1850 de Overijsselse Kanalisatie
Maatschappij (OKM) opgericht. Deze maatschappij stelde zich ten
doel de verbetering en aanleg van de kanalen in de provincie
Overijssel. De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken verleende
de OKM vergunning voor het graven van de Overijsselse kanalen. De
gemeente Vriezenveen nam met een aantal particulieren deel voor f
27.000,‒. In 1850 waren legerofficier luitenant Staring en de
ingenieur van de waterstaat in Overijssel L. van de Kasteele
aangewezen voor het ontwerpen van het gehele kanaal. In 1851 werd
een begin gemaakt met het graven en in 1858 was het totale werk
klaar.
Tweede sectie
Voor het gedeelte dat in de gemeente Vriezenveen ligt was het
ontwerp in 1852 klaar en de uitvoering ervan in 1855. Het kanaal
bestond uit vier secties. Vriezenveen behoorde tot de tweede
sectie, die liep van de Regge tot Almelo. In de projectomschrijving
van de tweede sectie beschrijft Van de Kasteele het deel door
Vriezenveen vanaf het separatiepunt in Vroomshoop als volgt: "[…]
vanwaar men in eene zooveel mogelijk regte strekking langs
Vriesenveen door het Broek naar Almelo gaat om daar in eene te
graven haven uit te loopen". Diverse Vriezenveners verkochten in
1853 een deel van hun grond aan de OKM om het te graven deel van
het kanaal op het grondgebied van Vriezenveen mogelijk te
maken.
Betekenis voor de economie
Naast Jansen & Tilanus hebben zich destijds meerdere
industrieën in Vriezenveen aan het kanaal gevestigd. Ook hebben
enkele schippers dankbaar gebruik gemaakt van het kanaal. Zo was de
Vriezenveense schipper Bom een bekend figuur met zijn overdekte
volks- of pakschuit De Twee Gebroeders uit de 19de eeuw.
Daarmee onderhield hij een vervoersdienst tussen Vriezenveen,
Zwolle en Deventer, dat via een zijtak ook op de Overijsselse
kanalen aangesloten was. Met zijn motorschip Op hoop van
zegen had hij begin 20ste eeuw een beurtbootdienst tussen
Almelo en Deventer. Ook de schippersfamilie Van 't Ende uit
Vriezenveensewijk maakte met haar schepen gebruik van het kanaal
voor het vervoer van zand en turf naar de haven in Almelo.
Vriezenveen kende een haven tegenover de fabriek van Jansen &
Tilanus. Dit was een zogenaamde spoorhaven aangelegd, in
de beginjaren van het Vriezenveense spoor. Vanaf de spoorlijn werd
een aftakking gerealiseerd naar de haven. Via dit havenspoor werden
goederen van en voor Jansen & Tilanus vervoerd, voor Hemmer
Beton en de betonfabriek van Van den Bosch. De haven is in de jaren
vijftig van de 20ste eeuw gedempt. Waar de overige secties van de
Overijsselse kanalen in de jaren zestig en zeventig gesloten
werden, is het kanaal Almelo-de Haandrik dankzij de verbinding met
het Twentekanaal open gebleven en gemoderniseerd.
Bruggen
In de gemeente Vriezenveen bestonden en bestaan er slechts
twee bruggen over het kanaal, dat het gebied van Vroomshoop tot
Almelo doorsnijdt. De brug in het Westeinde in de kern Vriezenveen
was aanvankelijk een noodbrug. Het zal niet lang geduurd hebben
voordat een ophaalbrug werd aangelegd voor een goede doorvaart van
de schepen. De brug in Aadorp werd gerealiseerd op verzoek van J.M.
Kamphuis en anderen. Zijn motief hiervoor was een verbetering van
de veiligheid van schoolkinderen die tot dan viermaal per dag met
een bootje het kanaal moesten oversteken. In 1930 werd de ijzeren
draaibrug over het Veenkanaal, die een jaar daarvoor uit de
Hoofdweg in Vriezenveensewijk was gehaald, overgeplaatst naar
Aadorp. De Vriezenveense aannemer E.A. Jansen maakte de nieuwe
onderbouw daarvoor en monteerde deze brug daarop. Inmiddels zijn op
beide plekken de oude bruggen vervangen door nieuwe, bredere
bruggen, die geschikt zijn voor de doorvaart van schepen tot 800
ton.