Bochtige gracht
De oude binnenstad van Zwolle wordt omringd door water. Deze gracht maakt allerlei bochten. Dat komt door de aarden wallen die als dikke pukkels rondom de binnenstad in het water uitsteken. Deze vestingwerken zijn zo'n 400 jaar geleden aangelegd, tijdens de Nederlandse opstand tegen de Spanjaarden.
Een Spanjaard de baas
De Spaanse koning Filips II (de tweede) was vanaf 1555 de baas over de Nederlanden. Hij was een strenge koning. Filips wilde alles zelf beslissen. Ook vond de koning dat alle inwoners katholiek moesten zijn. Net als de hijzelf. Veel mensen hadden juist moeite met het katholieke geloof. Zij waren tegen het vereren van beelden in de kerk. Deze mensen werden protestanten genoemd. Filips II liet de protestanten streng straffen.
Opstand
"Zo kan het niet langer", dacht een aantal mannen in Nederland. Eén van hen was Willem van Oranje. Die ken je misschien uit ons volkslied. Willem en zijn vrienden waren van adel en protestant. Ze wilden niet dat de koning in zijn eentje de baas speelde in Nederland. En ze vonden dat de koning moest stoppen met het straffen van protestanten. Filips II werd erg boos toen hij hoorde wat Willem en zijn vrienden wilden. Dat zou nooit gebeuren! Daarom kwamen de mannen in opstand tegen hun koning.
Oorlog
Na 1566 liep het uit de hand. De protestanten maakten de beelden in veel katholieke kerken kapot. Woedend stuurde de koning een groot leger naar de Nederlanden. Vanaf dat moment waren de Nederlanden en Spanje in oorlog. In Overijssel misdroegen de Spaanse soldaten zich verschrikkelijk. In 1587 koos Zwolle de kant van de opstandelingen. Vanaf nu zouden Zwollenaren vechten tegen de Spaanse koning en zijn soldaten…
Verschrikkelijke jaren
In deze jaren werd er veel gevochten in Overijssel. De boeren hadden er veel last van. Soldaten roofden de oogst en staken boerderijen in de brand. Ook de steden hadden te lijden onder de oorlog. Pas in 1626 waren de opstandelingen de baas in alle Overijsselse steden.
Hoe liep het af met Zwolle?
Het leven in Zwolle was zwaar tijdens de oorlog. De stad zat vol soldaten en vluchtelingen. Doordat de mensen zo dicht op elkaar zaten, braken er vaak besmettelijke ziektes uit in de stad. Buiten de stadsmuren was het ook niet veilig. Als je niet uitkeek werd je door soldaten beroofd of erger nog: vermoord. Tegelijkertijd ging het leven door. Boeren verkochten hun spullen op de markt en ook de handelaren bleven Zwolle bezoeken.