Elk jaar op 4 mei vindt in Genemuiden de dodenherdenking plaats
bij het oorlogsmonument in het Springerpark. Ook op andere plaatsen
wordt de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog (1940‒1945) levend
gehouden. Zo herinnert het monument aan de Kamperzeedijk aan de
melkstaking van 1943. In Hasselt is tegen een muur van de Grote of
Sint Stephanuskerk een reliëf aangebracht met de namen van de
oorlogsslachtoffers. En in Zwartsluis staat bij de begraafplaats
aan de Baanstraat een monument met de namen van tien joden die in
concentratiekampen zijn vermoord of omgekomen. Ook staan er twee
oorlogsmonumenten op de oude begraafplaats.
Aan het eind van de jaren dertig was de oorlogsdreiging in alle
Europese landen voelbaar. Een paar dagen voor de inval van de
Duitsers in Polen, op 1 september 1939, kondigde de Nederlandse
regering de algemene mobilisatie af. In Hasselt en Zwartsluis
werden soldaten gelegerd. Die brachten bij alle belangrijke bruggen
springladingen aan. Ook bouwden ze een aantal bunkers langs het
Zwarte Water. Toch kwam de oorlog voor velen nog onverwacht.
Iedereen was ontsteld toen in de nacht van 9 op 10 mei 1940 met
luid geraas Duitse bommenwerpers overvlogen. De in Zwartsluis
gelegerde soldaten aarzelden geen moment en lieten de bruggen over
de Staphorstersluis en de Grote Kolksluis in de lucht vliegen. De
in Hasselt gelegerde militairen deden hetzelfde. Op zaterdag 10 mei
bliezen ze de Van Nahuysbrug op. Daar hadden de Duitsers weinig
last van: ze kwamen een dag later te paard langs de Dedemsvaart de
stad binnenrijden. Diezelfde dag werden ook Genemuiden en
Zwartsluis bezet. De Nederlandse militairen hadden zich al eerder
teruggetrokken.
Goed of fout
De Duitse bezetter gaf de burgemeesters opdracht de inwoners
mee te delen dat ze zich dienden te gedragen als "behoorende tot
een overwonnen volk". Burgemeester Roijer van Hasselt nam die
mededeling zelf niet al te letterlijk. Toen Duitse militairen het
stadhuis binnenkwamen, beet hij ze toe: "Wat moet u hier? Heb ik u
gevraagd te komen?" Hij werd in 1941 uit zijn functie gezet en een
jaar later opgevolgd door de NSB'er Vooijs. Deze verving later in
Zwartsluis bovendien burgemeester De Koning. In Genemuiden werd in
1943 burgemeester Hamer vervangen door de NSB'er Koster. Die
patrouilleerde geregeld door de stad met zijn hond en pistool. Hij
heeft daarbij verschillende mensen geslagen en bedreigd.
De oorlog stelde niet alleen de burgemeesters voor een dilemma
maar ook de bevolking. Mensen gingen elkaar beoordelen in termen
van goed of fout. Daardoor ontstonden barsten in de tot dusver zo
hechte gemeenschap. Frappant voorbeeld is het Sluziger gezin De
Goede: één zoon koos de kant van de bezetters en ging vechten aan
het oostfront, de tweede ging in het verzet en werd kort voor de
bevrijding bij de Woeste Hoeve gefusilleerd. De derde zoon koos
geen partij.
Jaar na jaar werden de oorlogsomstandigheden grimmiger. Joden
werden door de Duitsers verplicht de beruchte gele ster op hun
kleding te dragen, hun winkel te sluiten of hun bedrijf te staken.
Joodse kinderen mochten niet meer naar school. Vanaf de zomer van
1942 werden de joden van Hasselt en Zwartsluis (in Genemuiden waren
die er bij het uitbreken van de oorlog niet) afgevoerd. In juli
vertrokken eerst enkele mannen naar kamp Conrad bij Staphorst, de
maanden erna de anderen, via Westerbork of kamp Vught verder weg
naar de vernietigingskampen. De meesten zouden de oorlog niet
overleven.
De Duitsers slaan nog één keer toe
Na de luchtlandingen van de geallieerden bij de brug van
Arnhem op 17 september 1944 leek het einde van de oorlog in zicht.
Maar de Duitsers hielden voorlopig stand. Om luchtlandingen
achter de IJssellinie te voorkomen, zetten ze de
Mastenbroekerpolder onder water. Veel boeren konden zonder boot hun
boerderij niet meer uit en konden slechts met grote moeite hun vee
in veiligheid brengen. Hun gewassen en landerijen liepen grote
schade op. Na de hongerwinter van 1944‒1945 begon in april de lang
verwachte uittocht van het Duitse leger. Op 13 april 1945 zorgden
de Duitsers in Zwartsluis voor een daverend slotakkoord door de
sluisdeuren en de brug van de Grote Kolksluis op te blazen.
Hetzelfde gebeurde met de Van Nahuysbrug in Hasselt en de pont bij
Genemuiden. Op 14 april werden Hasselt en Genemuiden door de
Canadezen bevrijd, Zwartsluis een dag later.