Medische zorg
Bij leven en welzijn
Bij leven en welzijn
Voor geneeskundige zorg was de uitgestrekte gemeente Diepenveen jarenlang afhankelijk van de artsen uit Deventer, Olst of Bathmen. Toen in 1851 de laatste vroedvrouw van het dorp overleed, moest men het verder zonder enige vorm van geneeskundige hulp doen. Op initiatief van mevrouw E.J. Roetert Steenbruggen-Lammers werd een huis met praktijkruimte gebouwd aan de Dorpsstraat, in de hoop dat een arts zich in het dorp zou vestigen: de Notenhof (gevelsteen: E.J.R.S. geb. Lammers 1866).
Dr. Woerdman werd de eerste arts in Diepenveen. Na een paar maanden hield hij het echter alweer voor gezien en ook zijn opvolger bleef niet lang. Tijdens een cholera-epidemie niet lang daarna werden de medicijnen noodgedwongen door de onderwijzers en een molenaar uitgedeeld. Enkele jaren later vestigde dr. Kan zich in de Notenhof. Hij kreeg van de gemeente een toelage van fl. 150,- per jaar als hij bedeelden gratis behandelde en armen gratis vaccineerde. Dr. Kan hield het vier jaar vol, maar ging dan toch in Deventer wonen. Omdat zijn opvolger geen toelage kreeg (hij deed geen bevallingen) was deze ook weer snel verdwenen. Weer bleef Diepenveen jaren van zorg verstoken. Twee maal per jaar kwam er een arts uit Deventer om kinderen van minder vermogende ouders in te enten tegen de pokken. In 1872 heersten er pokken, tyfus en roodvonk en werden zelfs de scholen gesloten. Het duurde nog tot 1901 voordat een nieuwe arts werd gevonden: dr. A.E. Lechner. Hij ging in de voor hem opgeknapte Kosterij aan het Kerkplein wonen. Gedurende ruim twintig jaar bezocht hij wandelend zijn patiënten.
Dokter G.A. Muys
Na het overlijden van dr. Lechner vestigde op 31 december 1922 de net afgestudeerde arts Govert Muys zich in de praktijk aan het Kerkplein. Niet geheel belangeloos, zijn verloofde woonde er in de buurt. Hij was een zeer geliefd arts die dag en nacht klaar stond voor zijn patiënten en ze bezocht per motor of auto, afhankelijk van de toestand van de wegen. Waardering voor zijn kundigheid blijkt uit de uitspraak van een patient: ‘Dokter, as ie kump dan bint wi hoast bèter’. In augustus 1924 verhuisde hij met zijn nieuwe echtgenote naar de nieuwe dokterswoning ‘Birkhove’ met apotheek aan de Dorpsstraat.
Muys was huisarts, spoorwegarts, bestuurslid van de AVRO, lid van de schaakbond en de bridgeclub. Ook gaf hij cursussen EHBO in de Naai- en breischool en organiseerde platenconcerten (met zijn eigen platencollectie) in de kerk. Groot was dan ook de verslagenheid in het dorp toen hij op 12 juni 1935, pas 37 jaar oud, overleed aan een wondje dat hij een paar dagen eerder bij de behandeling van een patiënt had opgelopen. De bewoners van Diepenveen haalden geld op voor een groots graf, maar dat was niet in lijn met wat hij gewild zou hebben. Omdat Muys had geregeld dat hij in Driehuis gecremeerd kon worden kwam er uiteindelijk een monument op de begraafplaats aan de Roeterdsweg, ontworpen door architect ir. Willem P.C. Knuttel. Met de rest van het geld werd het dr. Muysfonds opgericht om arme kinderen naar een vakantiekolonie te kunnen sturen. Een fonds dat nog tot ver in de jaren vijftig heeft bestaan. Het monument is in 2022 gerestaureerd.
Voor langere tijd een dokter
Diepenveen groeide, de wegen werden beter en er kwam telefoon, waterleiding en elektriciteit, dus was het is niet meer zo moeilijk een huisarts te vinden die zich hier wilde vestigen. Het probleem was opgelost toen dr. H.H. Visscher zich hier in 1935 vestigde. Dr. Visscher bezocht zijn patiënten altijd per auto, alleen in de oorlogsjaren verborg hij die en reed toen op een motor zijn rondes. Hij werkte alleen, had geen assistente en ook zijn apotheek beheerde hijzelf. Een rustige, bekwame arts, die op zaterdag ook graag aanschoof bij de gezelligheid in café de Roode Haan. Hij bleef ruim vijfentwintig jaar in Diepenveen werkzaam. Na zijn afscheid in 1963 werd hij opgevolgd door dokter C.J. Clous die vanaf 1976 werd bijgestaan door een assistente; Louise van Gurp. Dokter M. Trompetter volgde hem vanaf 27 november 1981 op, eerst alleen en later met zijn echtgenote M.L. Trompetter-van Woerden. Het arts zijn in Diepenveen bleek zo slecht nog niet want toen het echtpaar Trompetter op 13 mei 2016 afscheid nam waren ze met vijfendertig jaar de langst zittende dokters in Diepenveen.
Uitbreiding van de zorg
In 1913 richtte Hendrik Roetert Steenbruggen, zoon van de eerder genoemde mevrouw Roetert Steenbruggen-Lammers, het Groene Kruis op, een neutrale vereniging voor Wijkverpleging. Zijn oudste dochter Lina werd hier al heel jong voorzitster van. Zij haalde huisarts Govert Muys over om EHBO cursussen te geven en zorgde ervoor dat het niet meer gebruikte station Diepenveen Oost werd aangekocht als onderkomen. Onvermoeibaar benaderde ze iedereen voor alles, of het nu was om te collecteren voor een auto voor de wijkverpleegster of om mee te doen aan de zwangerschapscursussen. In 1968 ontving zij voor haar inzet voor bibliotheek en wijkverpleging de gouden medaille die bij de Orde van Oranje Nassau hoort.