Kanalen graven
Halverwege de 19de eeuw besloot het bestuur van Overijssel dat er meer kanalen moesten komen in Twente. Via deze kanalen konden de schepen hun ladingen turf sneller vervoeren. Ook fabrieken konden gebruik van de kanalen maken, door hun spullen via schepen te laten aan- en afvoeren.
Overijssels kanaal
Het eerste kanaal dat in 1855 gegraven werd, was het Overijsselse kanaal. Het graven van kanalen ging vroeger anders dan nu: er waren geen graafmachines. Alles werd met de hand uitgegraven! Dat was heel zwaar werk. Toen dat kanaal af was, werd er nog een kanaal gegraven tussen De Haandrik en de plek waar nu Vroomshoop ligt.
Vooruitgang
De nieuwe kanalen betekenden een grote vooruitgang voor de huidige gemeente Twenterand. Allerlei bedrijven vestigden zich aan het water. Ook konden er nieuwe veengebieden afgegraven worden. Dat zorgde voor veel werk.
Veenkanaal
Ook rondom Vriezenveenschewijk kon het veen nu worden afgegraven. Hiervoor werd het Veenkanaal gegraven, dat aansloot op het Overijssels kanaal. Het Veenkanaal werd vooral bevaren door grote schepen, die heel veel turf vervoerden. In 1918 bijvoorbeeld, voeren er 5.714 schepen over het kanaal, die samen bijna 145.000 ton aan turf vervoerden.
Schippers
De kanalen werden niet alleen gebruikt voor het vervoer van goederen. De inwoners van Twenterand konden ook per schip reizen. Bijvoorbeeld met de schuit "De Twee Gebroeders", van schipper Bom uit Vriezenveen. Hij voer tussen Vriezenveen, Zwolle en Deventer.
Met de boot naar school
De aanleg van een brug over het kanaal was duur. Daarom waren er lange tijd maar twee bruggen in de voormalige gemeente Vriezenveen. Om op school te komen, moesten de kinderen vier keer per dag met een bootje het kanaal oversteken. Veel kinderen konden niet zwemmen, dus dat was best gevaarlijk. Later kwamen er meer bruggen, zodat de kinderen veilig konden oversteken.