As de zunne begunde te schienen
op de mörgen van de dag,
in de sponzige Mommeriete
daor leverde Drenthe slag.
(Uit: De Ballade van de Slag bij Ane door Roel
Reijntjes in Drents dialect)
De Mommeriete, tegenwoordig een brouwerij met een eigen biertje in Gramsbergen, was aan het begin van de 13de eeuw een moerasgebied ten noordoosten van het gehucht Ane. Op 28 juli 1227 kleurde het water ervan rood: het was de dag van de Slag bij Ane.
Een Drentse Guldensporenslag
De aanleiding tot de slag was een vete tussen burggraaf Rudolf
II van Coevorden en de Groningse prefect Egbert, beiden vazallen
van de bisschop van Utrecht. Een poging van hun leenheer, bisschop
Otto II van der Lippe, om hen met elkaar te verzoenen, mislukte.
Wat volgde was een strijd tussen Rudolf, gesteund door een legertje
Drentse boeren, en Egbert, die hulp kreeg van bisschop Otto. De
bisschop had ook nog een appeltje te schillen met de Drentse
boeren: ze hadden nog geen cent belasting betaald.
Otto riep een groot aantal edelen op om Rudolf en die Drentse
boeren eens flink de oren te wassen. Zijn legermacht, met in haar
gelederen beroemde ridders - zelfs ex-kruisvaarders! - werd door de
Drentse boeren het moeras ingelokt. De voorste gelederen verdwenen
meteen in de modder. Door het gewicht van hun wapenrusting zakten
ze er helemaal in weg. Met pijlen en speren, hooivorken en
dorsvlegels slachtten de boeren hun tegenstanders af. En, naar
beweerd werd, hielpen hun vrouwen daarbij dapper mee!
Over het aantal doden aan bisschoppelijke kant lopen de meningen
uiteen, maar een man of 400 zullen het er algauw geweest zijn. Ook
de bisschop zelf en diens broer werden gedood. De overwinning van
de Drenten was een feit.
Het is bijzonder zeldzaam in de geschiedenis dat "het gewone volk"
met succes in opstand komt tegen zijn heer. Waarom de boeren
deelnamen aan een conflict tussen edelen, blijft wat onduidelijk.
De dichter Reijntjes stelt, met gevoel voor romantiek, dat: "Met
haanden, verkraampt van het vechten […] bevöchten wij oeze rechten,
want vrijheid is meer as de dood", maar de belastingkwestie - naast
rechten waren er ook plichten! - wordt niet door hem
genoemd.
Als de kruitdampen opgetrokken zijn…
Een in het Latijn geschreven historische kroniek uit 1232, kortweg aangeduid als de Narracio, geeft als enige een (nogal subjectief) verslag van de gebeurtenissen. De slag, die in deze bron de rampzaligste gebeurtenis van die tijd werd genoemd, had als gevolg dat het gezag van de bisschop van Utrecht over Drenthe sterk verminderde. Pas na toetreding tot de Republiek kwam er een eind aan het min of meer autonome gedrag van Drenthe. Met Rudolf van Coevorden liep het minder goed af. Van bisschop Willebrand, Otto's opvolger, kreeg hij een vrijgeleide, zodat hij in Hardenberg aan de onderhandelingstafel zou kunnen plaatsnemen, maar daar werd hij op verraderlijke wijze vermoord.