Dode planten worden veen
Het veengebied ontstond lang geleden in het stroomgebied van de rivier de Hunze. In dit moerasgebied hoopten dode plantenresten zich op. Deze planten verteerden niet. De laag plantenresten werd steeds hoger. De natuur maakte van de plantenresten een enorm pak veen. Dit proces duurde duizenden jaren. Het veengebied was een eindeloze vlakte waarop heidestruikjes, grassen en veenmos groeiden. Het gebied was moeilijk begaanbaar omdat het voor een groot deel uit moeras bestond. Het was er gevaarlijk omdat je in het moeras kon wegzakken en verdrinken.
Een weg door het moeras
In 1818 werden in het veengebied, in de buurt van Valthe, resten opgegraven van een houten weg uit de Romeinse tijd. De weg werd ook wel een veenbrug genoemd en later de Valtherbrug. De weg was maar liefst 12 kilometer lang en bestond uit planken en boomstammetjes die naast elkaar gelegd waren. Het moet een enorme klus geweest zijn om de weg aan te leggen. Met deze weg door het moeras is iets bijzonders aan de hand: de weg ging nergens naar toe. Aan het einde van de weg woonde niemand. Kun jij verzinnen waarvoor de weg gebruikt werd?
Raadsel
Er zijn historici die denken dat de Valtherbrug gebruikt werd om offers te brengen aan goden. Aan het einde van de weg zouden offers zijn gebracht aan een god of godin. In het veenmoeras tussen Exloo en Exloërmond werd in 1881 een kralensnoer gevonden uit de bronstijd, was dit ook een offer? Er zijn historici die niet geloven dat de Valtherbrug gebruikt werd voor godsdienstige doeleinden. Zal het raadsel van de Valtherbrug ooit worden opgelost?
Veen wordt brandstof
Het ontstaan van het veengebied had duizenden jaren geduurd. Het veen bleef eeuwen onaangetast liggen. In de negentiende eeuw kwam hier verandering in en verdween het veen als brandstof in kachels en fabrieken. In het veengebied konden mensen gaan wonen. Dorpsnamen als Bronnegerveen, Buinerveen, Eeserveen, Exloërveen en Odoornerveen herinneren ons aan de geschiedenis van het gebied.