Jager-verzamelaars-boeren
De eerste mensen die zich op een vaste plek in onze omgeving vestigden waren boeren. Het landschap zag er toen heel anders uit dan nu. Er waren dichte bossen waar riviertjes doorheen stroomden en overal waren gevaarlijke moerassen waar je in kon verdwijnen. Er waren geen dorpen en geen wegen. De eerste boeren besloten zich te vestigen in de buurt van een beek. Op de uitgekozen plek hakten ze een aantal bomen om en maakten een stukje grond geschikt om voedsel op te verbouwen.
Van de omgehakte bomen maakten ze de gebinten voor een huis. De muren maakten ze van gevlochten takken die dichtgesmeerd werden met leem, een soort klei. Het dak werd gemaakt van heideplaggen, berkenbast, riet of stro. De boerderij was groot genoeg om met de hele familie in te wonen. Op het erf, en soms ook in de boerderij, liepen koeien, schapen, geiten, varkens en honden.
De eerste boeren
De eerste boeren kwamen hier zo’n 5000 jaar geleden, in de prehistorie. De prehistorie is de periode zonder geschreven bronnen. Om te onderzoeken hoe mensen leefden in de prehistorie zoeken archeologen naar sporen in de bodem. Dankzij het onderzoek van archeologen weten we inmiddels heel veel over deze boeren.
De eerste boeren staan bekend als de Hunebedbouwers. Ze worden ook wel Trechterbekervolk genoemd. Archeologen vonden waar de eerste boeren woonden scherven in de grond van bekers in de vorm van een trechter, vandaar de naam Trechterbekervolk. Naast scherven van aardewerk werden ook sieraden, pijlpunten, bijlen en ander gereedschap gevonden.
De hunebedden - de oudste monumenten van Nederland
Op veel plekken waar de eerste boeren woonden, vonden de archeologen stenen bouwwerken: de hunebedden. Nu weet je ook waar de naam Hunebedbouwers vandaan komt. Hunebedden werden gemaakt om de doden in te leggen. Enorme keien werden verzameld in de omgeving en met touwen, boomstammen en vooral sterke mensen werden de stenen naar de plek gebracht waar het hunebed gebouwd werd. Sommige keien wegen meer dan 20.000 kilo, dat is net zoveel als twintig kleine auto’s of tien mammoeten. Niemand weet precies hoe het de mensen zonder hijskranen en ander moderne werktuigen is gelukt om van de reusachtige stenen een hunebed te bouwen.
De hunebedbouwers geloofden dat er leven was na de dood. Daarom gaven ze de overledenen potten met eten en drinken mee, gereedschap, wapens en sieraden. In een hunebed werden meerdere mensen begraven.
Boeren in de nieuwe steentijd
In de nieuwe steentijd komen de eerste boeren in onze gemeente, namelijk drie groepen: eerst de Swifterbantboeren, dan de hunebedbouwers en dan de bouwers van grafheuvels (enkelgrafcultuurboeren). De eerste boeren kende het boerenbestaan, maar stonden ook nog dicht bij de natuur. Via nieuw onderzoek weten we inmiddels dat de hunebedbouwers als de mensen van de enkelgrafcultuur hier naar toe zijn gekomen uit andere gebieden. In ons DNA zitten de sporen van jager-verzamelaars, maar ook de eerste boeren. Het boerenbestaan ontwikkelt zich verder vanaf de bronstijd.