Na de Tweede Wereldoorlog veranderde er veel in de Twentse textielfabrieken. Door gebrek aan personeel en de algemene welvaartsstijging verbeterden de arbeidsomstandigheden van de textielwerkers in ras tempo. De arbeiders kregen in 1946 1 hele week vakantie en 5,5 snipperdagen. In die tijd van schaarste en wederopbouw was er van buitenlandse vakanties natuurlijk nog geen sprake. Een dagje naar de markt in Enschede en met de kinderen naar de speeltuin, daar bleef het in de regel bij.
Twentse week
De Losserse middenstand nam omstreeks 1950 het initiatief om
in de fabrieksvakantie een marktweek met veel folklore te
organiseren − onder meer het vieren van een echte Twentse
boerenbruiloft − en zo de arbeidersgezinnen ook naar Losser te
lokken. In omliggende plaatsen als Oldenzaal en Denekamp waren al
van dit soort activiteiten. In Losser werd dit de "Twentse Week".
Het dorp werd versierd en er werden namaakgevels geplaatst voor tal
van panden om het decor nog authentieker te maken. Een hele week
lang was er van alles te doen, gekostumeerde voetbalwedstrijden, de
klootschieters kwamen in actie, een operette in het
openluchttheater Brilmansdennen en optredens van Twentse
volksdansgroepen. Het was een groot succes, maar toch ging die
Twentse Week na enkele jaren al ter ziele. De kosten en de
verdeelsleutel daarvan tussen de horeca en de middenstand vormde
een bron van onenigheid en zo kwam er in de tweede helft van de
jaren vijftig alweer een einde aan de feestweek.
Losser Böggelrieders en Daansers
De Losser Böggelrieders en Daansers zijn voortgekomen uit deze
Twentse Week. Het officiële oprichtingsjaar is 1954. Bij dit
folkloristische gezelschap gaan Oud-Hollandse tradities hand in
hand met muziek en dans van het Twentse platteland. Met de
traditionele kleding en hun bijzondere Böggelfietsen, gemaakt naar
19de-eeuws model, treden zij op in binnen- en buitenland. In 1989
organiseerden zij in het dorp het grote internationale
folkloristische festival Eurofolk waaraan vele groepen uit binnen-
en buitenland deelnamen.
Carnaval
In de jaren vijftig vierden diverse verenigingen al uitbundig
carnaval. Eind 1959 besloot men tot één gezamenlijke en algemene
carnavalsviering. Op 6 februari 1960 werden een Prins en een Raad
van elf gepresenteerd en op zaterdag 27 februari trok een bonte
carnavalsstoet door de straten van Losser. Op verzoek van
burgemeester J.P. van de Sandt werd op 25 november 1960 een
organisatie opgericht die alle zaken betreffende het openbare
carnaval ging behartigen, zoals de sleuteloverdracht en de optocht.
In 1962 kreeg deze organisatie de naam Gaffel Aöskes en tot op
heden is dit de overkoepelende organisatie die het carnaval in
goede banen leidt.
Bruegheliaans festijn
De aanzet voor het Bruegheliaans festijn werd gegeven in 1981.
Om de toeristen wat vertier te bieden werd op het terras van hotel
Marktzicht een varken aan het spit geregen en de Losserse
Böggelrieders en daansers werden uitgenodigd om deze smulpartij
luister bij te zetten. Een toevallig passerende journalist schreef
over een "Bruegheliaanse sfeer" en zo ontstond het thema voor een
dorpsfeest. Op 30 mei 1984 werd de Stichting Bruegheliaans Festijn
Losser opgericht om de organisatorische zaken in goede banen te
leiden. Er werden steeds meer elementen aan toegevoegd, zoals een
kinderrommelmarkt. In het laatste weekend van de schoolvakantie
worden de straten versierd en de ondernemers en deelnemende
verenigingen gaan in Bruegheliaanse kledij. Het festijn wordt
geopend door de onthulling van de voetstappen van een bekende
Lossernaar en artiesten en groepen met bedelaars, melaatsen,
vechtersbazen en troubadours laten de Bruegheliaanse sfeer
herleven.