In de Middeleeuwen lagen de boerderijen als enclaves van bewoning bijeen in het landschap. Deze boer- of buurschappen waren gelegen rondom de oudste akkercomplexen, de essen. Rond het jaar 1000 nam de bevolking in omvang toe. De schaarse landbouwgronden moesten onder steeds meer bewoners verdeeld worden. De mogelijkheden voor nieuwe ontginningen waren beperkt. De boeren gebruikten de onontgonnen gronden voor beweiding, brandstofwinning en organische bemesting van hun akkers. Vanaf de 12de eeuw organiseerden de bewoners van de buurschappen zich in markenorganisaties en maakten afspraken over het beheer van hun grondgebied. Aan het hoofd van de marke stond een markerichter. De markegrenzen werden gemarkeerd met stenen en palen. Enschede telde vijf marken: de Esmarke of Grote Boermarke, en de marken Lonneker, Usselo, Twekkelo en Driene. Na verloop van tijd kwamen veel boerderijen en gronden in de Enschedese marken in handen van grootgrondbezitters, zoals de bisschop van Utrecht.
Esmarke
Aan de buurt- en wijknamen zijn nog steeds de zeventien
buurschappen in de Esmarke te herkennen: Laares, Weldinkes,
Ribbelerbrink, Oliemolenes en De Heurne in het noordelijk deel van
de Esmarke, respectievelijk Hofstedehoek, Heutinkhoek,
Wooldrikshoek, Derkinkhoek, Binnenes, Wilminkhoek, Korteland,
Hogeland, Varvikhoek, Diekmanhoek, Engerinkhoek en Holzikerbrink in
het zuidelijk deel. Ook is er nog de Bruninkes. De hoofdhof voor de
Esmarke, de "doomshof", lag op de plaats van het huidige "Van
Heekshuis", achter de Grote Kerk. Toen Enschede werd omwald en zich
tot versterkte stad ontwikkelde, werden in 1325 de hoofdhof en de
zetel van de markerichter verplaatst naar de (Phi)lippinkhof (waar
nu de brandweerkazerne is). In de buurt lag het erve Tijplaats,
waar de rechtspraak plaatsvond ("tij"= "ting" of "ding": geding).
In 1708 lag het markerichterschap bij de gezamenlijke geërfden. De
marke werd in 1837 opgeheven.
Lonnekermarke
De naam Lonneker wordt al genoemd in de 10de eeuw: Loningheri.
Er waren drie escomplexen: Lonnekeres, Roolvinkes en Linderzijde.
Daarnaast waren er veel verspreide kleinere essen en kampen.
In de markevergadering van Lonneker hadden zitting: 29 volgewaarde
en 11 halfgewaarde erven. Erfmarkerichter was de heer van
Solms-Ottenstein, het richterschap lag op de "Hof tho Lonneker",
tegenwoordig erve Hofman. Tussen 1430 en 1480 werd de Hof tho
Lonneker in twee delen gesplitst: naast het Hofman ook het
Boerrichter. Er waren toen twee markerichters. Het O.L.
Vrouwengilde te Oldenzaal had via de hof Espelo veel invloed. De
Lonnekermarke bestond tot 1847. In 1811 gaf Lonneker de naam aan
een zelfstandige gemeente die het grootste deel van het
buitengebied van Enschede omvatte en tot 1934 heeft bestaan.
Usselermarke
Deze marke bestond in hoofdzaak uit de escomplexen Usseleres,
Geerdinkzijde en Helmerzijde. Kleinere essen lagen in Broekheurne,
het Rutbeek en bij Boekelo. De hof van Usselo is het huidige erve
Scholten. In 1475 telde de marke 36 erven, in 1601 waren dat
er 51. De markeverdeling had betrekking op in totaal 230 gewaarde
erven. Toch was rond 1840 nog maar 30% van de grond ontgonnen; de
resterende gronden in de marke betroffen wei- en hooiland, bos en
woeste grond. De marke functioneerde als zodanig tot 1859.
Twekkelermarke
Onder de naam Tueglo was de marke al bekend in de 10de eeuw.
De Usselermarke kende een Twekkeleres, een Grote es en een Lutje
es. Er waren in totaal 32 gerechtigde erven, waarvan 21 met een
hele waar. Het markerichterschap lag op erve Schukkert (later op
het Huis Hengelo). In 1937 is een deel van het oorspronkelijke
grondgebied van de marke (opgeheven in 1868) overgegaan naar de
gemeente Hengelo.
Drienermarke
De in 1849 opgeheven marke lag tot 1937 voor een groot deel op
het grondgebied van de gemeente Enschede, daarna gedeeltelijk ook
op dat van Hengelo. Ook de naam Driene is al heel oud. In de 10de
eeuw werd gesproken over Thrinon. Een deel van de marke viel onder
het kerspel Enschede (Groot Driene met 20 erven die schatting
betaalden), een ander deel viel onder Oldenzaal (Klein Driene met
zeven erven). Het markerichterschap lag op erve Woldering, later op
het hof te Hengelo; nog weer later op het Huis te Hengelo.