Al in 1828 liet de fabrikeur Hendrik Rierink het Apostelenhofje
bouwen met twaalf woningen, bestemd voor armlastige en oude
rooms-katholieke mensen uit Enschede "in de hoop dat God zal
gelieven te geven, dat allen welke daarin overlijden een zalig
sterfuur hebben". De minimum-leeftijd voor opname was 50 jaar. Het
Apostelenhof werd gebouwd naast het Boerenkerkhof van de gemeente
Lonneker.
Na de stadsbrand van 1862 werd het hofje herbouwd. In 1925 werd het
verplaatst naar de Dennenweg/B.W. ter Kuilestraat. Het werd in 1970
afgebroken. In 1958 was al aan de Dr. Coppesstraat een
rooms-katholiek bejaardentehuis geopend, gevolgd door een tweetal
andere (woon)zorgcentra. In de huidige Ariënsstate aan de Dr.
Coppesstraat (2006-2008) is een replica van de toegangsboog tot de
Apostelenhof ingemetseld.
Ouderen van dagen
In 1867 kwam er aan de Molenstraat een "Gesticht voor oude
mannen en vrouwen", bedoeld voor een zestal eenzame armen, meestal
bejaarden. De bouw werd gefinancierd met geld dat beschikbaar kwam
na de stadsbrand. In 1912 waren er 80 plaatsen: mannen en vrouwen
werden afzonderlijk gehuisvest, ook als zij een echtpaar vormden.
Het gebouw kwam in 1962 in handen van het Leger des Heils, dat op
dezelfde plaats nu een Maatschappelijk centrum exploiteert voor
dak- en thuislozen.
Ziekenverpleging
De verzorging van zieken in afzonderlijke inrichtingen begon
in 1872, toen gemeenten bij wet werden verplicht voorzieningen te
treffen voor lijders aan besmettelijke ziekten. Zowel de gemeente
Enschede als de gemeente Lonneker bouwde toen een ziekenhuis, op de
zogenoemde. "Konijnenberg", een terrein achter dat van het
Oudemannenhuis. Beide ziekenhuizen werden gebouwd voor een bedrag
van f 2.200,‒tot f 2.500,‒. De ziekenoppasser, tevens
huismeester, in het Enschedese ziekenhuis ontving per patiënt f
1,50 per dag voor de verzorging, f 0,25 per dag voor verwarming en
verlichting en een toeslag van 20% boven de winkelprijs op
verplegingsartikelen. In 1889 werd in een pand naast de St.
Jacobuskerk een rooms-katholieke inrichting tot het verplegen van
zieken geopend. Daar werkten de zusters Franciscanessen van Thüne.
Pas in 1897 werd, door de Vereniging Ziekenzorg, een nieuw
ziekenhuis met zeven bedden gebouwd aan de Veenstraat. In 1904
waren er 127 bedden. Uiteindelijk zouden deze ziekenhuizen met
enkele instellingen uit buurgemeenten in 1995 fuseren tot het
Medisch Spectrum Twente.
Wijkverpleging
Sinds 1891 waren vanuit de vereniging "Protestantse
ziekenverpleging" (of het Oranje-Groene Kruis) diaconessen werkzaam
in de ziekenverpleging aan huis, de wijkverpleging. Zij werden
algemeen aangeduid als de Zusters Achter 't Hofje, naar de straat
waar het bureau was gevestigd.
Het algemene Groene- en het rooms-katholieke Wit-Gele Kruis
startten begin 20ste eeuw met wijkverpleging. Later nam
thuiszorginstellingen deze werkzaamheden over.
Weeshuis
Van 1846 tot 1923 was er in Enschede een weeshuis van de
Hervormde Diaconie. Weeskinderen werden vanaf 3 jaar opgenomen.
Vanaf hun 15de konden meisjes worden besteed als dienstbode (bij
fabrikantenfamilies); de jongens ‒inmiddels opgeleid tot
wever ‒ konden terecht in de fabrieken. Bij het breiken van de
leeftijd van 18 jaar waren de wezen vrij om te gaan en staan waar
zij wilden. Het weeshuis heeft in totaal 158 pupillen begeleid.