Voor en achter ons werden spandoeken omhooggehouden door stoere en enthousiaste knapen van de AJC, de Arbeiders Jeugd Centrale, of door leden van de Arbeiderssportbond. Wat op die spandoeken in felle bewoordingen te lezen was ontging mij meestal. Ik begreep wel dat het om verkorting van werktijden, opheffing van de werkloosheid, hogere lonen en waarschuwingen tegen het opkomend nationaal-socialisme ging. [Boxma, W., "Een gewone jongen in Zwolle", in: Zwols Historisch Tijdschrift 4 (1994), (Herinnering aan de 1 mei-optochten in de jaren 30 van de 20ste eeuw)].
Toen op 26 augustus 1894 de landelijke Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) in lokaal de Atlas aan de Ossenmarkt werd opgericht, waren werktijden, lonen en werkloosheid al actuele politieke kwesties. Misschien nog belangrijker in die tijd was de strijd voor de uitbreiding van het kiesrecht. Want zonder het kiesrecht konden de arbeiders hun stem niet laten horen, niet in de landelijke politiek en niet in steden zoals Zwolle. Juist in het oprichtingsjaar van de SDAP werd een nieuwe kieswet ingevoerd, waardoor ongeveer de helft van de mannelijke volwassenen boven 25 jaar stemrecht kreeg. Vrouwen mochten helemaal niet stemmen.
Vanaf de jaren tachtig van de 19de eeuw groeide ook in Zwolle de onrust onder arbeiders. Het tamelijk gematigde Algemeen Zwolsch Werkliedenverbond schreef op 28 augustus 1885 in een brief aan de gemeenteraad "dat de alom heerschende werkloosheid zich ook op onrustbarende wijze openbaart in onze stad." Die onrust kwam 3 dagen later al op schokkende wijze tot uiting. Na een avondconcert op de Grote Markt trok een opgewonden menigte zingend en joelend door de straten. De politie greep niet in, ook niet toen er ruiten werden ingegooid. Vanaf dat moment was het iedereen duidelijk dat de Zwolse arbeiders zich niet langer rustig zouden houden. Er kwam een samenscholingsverbod en socialisten zoals die van de Sociaal Democratische Bond konden jarenlang geen zaal meer in Zwolle huren.
Op landelijk niveau ontstond in de jaren negentig een
scheiding der geesten binnen de Sociaal Democratische Bond. Voorman
Ferdinand Domela Nieuwenhuis koos voor een tamelijk anarchistisch
gerichte buiten-parlementaire koers. Pieter Jelles Troelstra
daarentegen streefde wél naar een rol van de socialisten in het
parlement. Ook de Zwollenaren Helmich Jan van der Vegt en Louis
Cohen kozen voor die koers. Verenigd in de later zo genoemde groep
van de Twaalf Apostelen organiseerden ze in de Atlas een
bijeenkomst voor de oprichting van een nieuwe partij, de SDAP. In
hun beginselverklaring gaven ze aan dat het ging om een organisatie
van democratische socialisten, die zowel op politiek als op
economisch gebied het gemeenschappelijk bezit der productiemiddelen
nastreefde en daarvoor het kiesrecht wilde veroveren als wapen in
de klassenstrijd.
De Atlas was in 1883 in gebruik genomen als lokaal voor
vergaderingen van allerlei Zwolse verenigingen, zeker niet alleen
socialistische, en als logement en hotel. De oprichtingsvergadering
van de SDAP vond op de onderste verdieping plaats, een ruimte waar
ook een toneel was opgesteld. In de jaren tachtig
en negentig waren er regelmatig landelijk bekende socialisten
van het eerste uur te zien en te horen. Domela Nieuwenhuis sprak
er, evenals Troelstra en de voorvechtster voor vrouwenrechten
Wilhelmina Drucker.
Helmich Jan van der Vegt, één van de twee Zwolse Twaalf
Apostelen, was de oprichter van de Zwolse afdeling van de Sociaal
Democratische Bond. Na de oprichting van de SDAP sloot deze bond
zich daar direct bij aan. Van der Vegt was jarenlang één van de
leidende figuren binnen de Zwolse SDAP. Omdat hij als onderwijzer
in dienst was van de gemeente mocht hij geen politieke functies
vervullen en kon hij zich dus niet kandidaat stellen voor de Zwolse
gemeenteraad.
Het zou nog jaren duren voordat de eerste SDAP'er in de Zwolse raad
werd gekozen. Pas in 1902 slaagde timmerman Klaas Admiraal daarin.
Niet zonder toeval werkte hij bij de Centrale Werkplaats van de
spoorwegen. De Zwolse afdeling van de SDAP telde namelijk vooral
veel spoorwegpersoneel. Hij zou zijn plaats in de raad bij de
volgende verkiezingen alweer kwijtraken. Dat kwam door de
dramatisch verlopen landelijke spoorwegstaking op 6 april 1903. Van
de 1.200 werknemers van de Centrale Werkplaats legden er 196 het
werk neer. De actie werd scherp veroordeeld door de Zwolse liberale
en confessionele partijen. De meeste Zwolse stakers verloren hun
baan, waaronder Klaas Admiraal.
Het ledenaantal van de Zwolse afdeling van de SDAP liep na de spoorwegstaking terug tot 29 leden in 1905. Toch slaagde de SDAP er in 1907 weer in een zetel in de gemeenteraad te veroveren. De zetel ging naar de toen 24-jarige spoorwegambtenaar Henk Sneevliet, die later internationale bekendheid zou krijgen als beroepsrevolutionair.
Door de grondwetsherziening van 1917 werd het algemeen kiesrecht
voor mannen mogelijk en enkele jaren later ook voor vrouwen. In de
jaren daarvoor was de SDAP ook in Zwolle uitgegroeid tot een partij
waar rekening mee gehouden moest worden. In 1919 was de partij met
ongeveer eenderde van de raadszetels de grootste raadsfractie van
Zwolle.
In de jaren twintig van de 20ste eeuw verloor de Atlas
zijn bestemming als vergaderruimte voor verenigingen. Op dit moment
is de Atlas een drank en spijslokaal. Een gedenksteen aan de gevel
herinnert nog aan de roemruchte oprichting van de SDAP in 1894.