Voordat de moderne mens in onze streken verscheen, zo'n 10.000 jaar geleden, bewoonden Neanderthalers gedurende circa 50.000 jaar het gebied. Door de ogen van de Neanderthaler zag het landschap rond Raalte er totaal anders uit dan nu. Zo was de Luttenberg in die prehistorische tijd zo'n 100 m hoog en leefden ze in koudere tijden in een steppeachtig landschap met mammoeten en reuzeherten samen. Een paar honderd km naar het noorden keken ze tegen een wit glanzende gletsjermuur op en het klimaat was droog en koud. Gewend aan de kou jaagden ze op wolharige neushoorns, paarden, herten en mammoeten. In de warmere perioden werd op hyena's, holenberen, holenleeuwen en hoefdieren zoals oerossen gejaagd. De omgeving was dus met al deze wilde beesten ronduit vijandig. In die warmere tijden kwam de zee tot vlak bij Raalte. De Neanderthalers zwierven door een paradijselijk open boslandschap met bloeiende weiden, uitgestrekte moerassen en traag stromende rivieren met nijlpaarden. Na de warme periode met de naam Eemien werd het kouder. De laatste ijstijd met de naam Weichselien werd zelfs voor ijstijdenbegrippen bijzonder koud. Ooks de meest geharde, doorgewinterde Neanderthaler zal hierdoor iets naar het zuiden zijn getrokken.
Archeologische vondsten
Sinds 1998 zijn in een zandwinningsput aan de Hogebroeksweg in
het Raalterwoold door J.G Brewer tien tot twaalf voorwerpen van de
Neanderthaler-mens gevonden. Afgezet tegen het totaal van de 120
Nederlandse Neanderthalervondsten tot dan toe, is het een erg hoog
aantal. Ook werden door hem fossiele resten van dieren
aangetroffen. De vuurstenen werktuigen kwamen vanaf een diepte van
ongeveer 14 meter. Het zijn zogenaamde schrapers en
schaven waarmee de huiden van het vet werden ontdaan om ze klaar te
maken voor gebruik. Ook werd er vlees mee van de botten
afgeschraapt. Uit onderzoek van de vuurstenen voorwerpen door dhr.
Stapert van het GIA (Groningen Institute of Archeology) is met
zekerheid vastgesteld dat ze van Neanderthalers afkomstig zijn.
Interessant is dat drs. Stapert en zijn vrouw aan de bewerkte
vuurstenen konden zien of een gereedschap gemaakt was door een
ongeoefende beginner of door een meester. Uit onderzoek is tevens
duidelijk geworden dat de werktuigen uit Raalte altijd op de
vindplek zijn blijven liggen. In de oudste tijden leefden de
Neanderthalers dus ook hier, maar dan 10 tot 14 m onder onze
voeten. In de tienduizenden jaren die volgen kwamen er dikke lagen
leem, veen en zand overheen en ontstond de bodem waar wij nu op
lopen. Er zijn tot nu toe ook ruim 1.700 fossiele overblijfselen
van prooidieren van de Neanderthaler uit de zandwinningsput
verzameld, zoals een tand van een nijlpaard.