De boeren op de schrale zandgronden rondom Ommen leidden eeuwenlang een karig bestaan. Zij bezaten doorgaans niet meer dan enkele koeien en een lapje grond. Halverwege de 20ste eeuw was nog meer dan 70% van de boerenbedrijven in de gemeente kleiner dan 10 ha. Erg efficiënt ging het er niet altijd aan toe. Terwijl de grootste boeren met behulp van familieleden al een oppervlakte van 30 ha bewerkten, leefden veel kleinere boeren van een bedrijf van zo'n 3 ha. Deze keuterboertjes zouden in de navolgende jaren in hoog tempo het veld moeten ruimen.
Schaalvergroting
Vanaf de jaren vijftig zette in de landbouw een onvoorstelbaar proces van schaalvergroting in. Mechanisatie bracht onder meer de trekker; rationalisatie zorgde voor ruilverkavelingen; specialisatie zorgde ervoor dat gemengde bedrijven plaatsmaakten voor overwegend melkveehouderijen. In 15 jaar tijd halveerde de beroepsbevolking in de landbouwsector van Ommen bijna. De bedrijven en veestapels werden steeds groter. In de jaren zeventig verschenen de eerste loopstallen in het landschap. Een overschot aan melk en boter leidde tot instelling van een melkquotum. Intussen kregen de boeren te maken met tal van milieumaatregelen. Sommige boeren besloten mee te gaan in het proces van schaalvergroting en schaften een melkrobot aan. Meer dan honderd koeien in de stal was niet langer uitzonderlijk. Andere boeren kozen ervoor om nevenactiviteiten te ontplooien.
Krachtenbundeling
In 1994 besloot een aantal boeren in Ommen een vereniging op te richten "voor behoud en ontwikkeling van een vitaal platteland". Met hun vereniging De Ommer Marke wilden zij de coöperatieve gedachte van samenwerking nieuw leven in blazen. Werkgroepen zetten allerlei projecten en samenwerkingsverbanden op, met aandacht voor zaken als mestmanagement, natuurbeheer en recreatie. Ook rechtstreekse verkoop van landbouwproducten aan particulieren behoorde tot de speerpunten. Vanaf 2002 stond er in de zomer op de zaterdagmarkt een boerenkar met streekproducten. Twee jaar later volgde de opening van boerderijwinkel De Groene Marke aan De Poffert in het centrum van Ommen. De winkel verkoopt specialistische producten van boeren uit de omgeving en probeert de relatie tussen boer en burger te versterken.
Koesafari
Veel boeren hebben de nodige creativiteit aan de dag gelegd bij de ontwikkelingen van nieuwe bestaansmogelijkheden op en rondom hun boerderij. Zo konden zij hun familiebezit behouden. Enkele boeren in Ommen zijn oude granen als spelt of boekweit gaan verbouwen, die ze bij molen De Lelie laten malen en bij de plaatselijke warme bakker laten verwerken tot diverse streekproducten. Een boer uit Witharen is naast zijn varkenshouderij een notenplantage begonnen. Verder telt Ommen een kaasboerderij met kunstverkoop, een boerenwijngaard met pluktuin en een ijsboerderij met eigen bierbrouwerij. Er zijn tal van boerderijcampings en bed & breakfasts ontstaan. Een Ommer boerenbedrijf is speciaal gericht op het verblijf van gezinnen met kinderen door allerlei speelmogelijkheden op de boerderij te bieden. Maïsvelden worden ingericht als doolhoven en weilanden om boerengolf tussen de koeienvlaaien te spelen. Een boerderij in Arriën biedt een heuse koesafari aan langs de oevers van de Vecht. Weer anderen legden zich toe op zorgverlening. Zo blijven de Ommenaren zich inspannen voor een vitaal platteland.