Het Sterrenbos

Landschapsarchitectuur

Tijd van pruiken en revoluties

Als er één plaats in de regio is waar sterrenbossen en zichtlanen nadrukkelijk in het landschap aanwezig zijn, dan is dat wel Dalfsen. Langs de Vecht stonden al vanaf de Middeleeuwen kastelen en hoven die bewoond werden door adellijke families. Na 1650 vestigden zich hier nog meer adellijke families en ook bestuurders en rijke zakenlieden uit de stad Zwolle. Vanuit de stad zochten deze mensen in de zomermaanden hun lommerrijke buitenplaatsen op. Ruim twintig kleine en grote landhuizen gaven een extra dimensie aan het boerenlandschap. Niet alleen werden imposante huizen uitgebreid of nieuw gebouwd, ook de omgeving werd visueel bij het huis betrokken, om zo het huis nog meer allure te geven. Men volgde de tuin- en parkmode van de hoogste standen. Vooral het Versailles bij Parijs van de Franse koning Lodewijk de XIV was een veel gevolgd voorbeeld.

Zichtlanen

De bedoeling van landschapsarchitectuur was om het huis nog meer uitstraling te geven en te laten zien tot hoever het landgoed reikte. Vanuit het huis kon men door de zichtlanen de bezoekers zien naderen. In ons land heeft deze tuinaanleg vooral bij de Nassau's in Holland opgang gemaakt tussen 1650‒1700. In het oosten van het land werd deze formele aanleg vooral tussen 1700-1750 toegepast. Bij kleine buitenplaatsen was er een korte oprijlaan naar het huis toe, bij grotere huizen waren wel vier zichtlanen. Het huis Den Berg had de op één na langste zichtlaan van Nederland. Naar beide zijden strekte deze zich uit over een lengte van 3,5 km. Slot Zeist had een zichtlijn van 5 km lang. Behalve de zichtlanen, die dwars door de as van het huis liepen, werden er ook parallelle en haaks daarop staande lanen aangelegd. Bij het landgoed Den Aalshorst zijn, in twee richtingen, in plaats van zichtlanen, zichtkanalen aangelegd, zijdelings beplant met een rij bomen. Dit geeft vanuit het huis in twee richtingen nog meer diepte aan het geheel. Doordat de bomenrij van de laan en het huis weerspiegeld worden in het water maakt dit op de bezoeker een des te sterkere indruk. Het verdwenen landgoed De Bese had aan de noordzijde een zichtkanaal en aan de zuidzijde een zichtlaan die als oprijlaan werd gebruikt.

Sterrenbossen

Naast de zichtlanen werden toen ook in verschillende vormen de sterrenbossen aangelegd. De horizontale en diagonale paden van dit bos kruisten elkaar in het midden. Deze overzichtelijke lanenstructuur diende met name de belangen van de jacht. De vakken in deze bossen werden voornamelijk gevuld met eikenhakhout. Het sterrenbos van Den Aalshorst is de meest imposante en is nog duidelijk in het landschap aanwezig. Hoogstwaarschijnlijk is dit bos aangelegd door de Dalfser schout Jacob Vriesen, na de nieuwbouw van huize Den Aalshorst in 1720, tegelijk met de aanleg van het formele park rondom het huis.

Engelse landschapsstijl

In de tweede helft van de 18de eeuw, toen hier nog lanen en sterrenbossen werden aangelegd, kwam in Engeland een nieuwe landschapsstijl tot ontwikkeling, als tegenhanger van de formele Franse aanleg. Parken werden nu aangelegd met informele slingerpaden, glooiende terreinen en grillige vijverpartijen. Pas eind 1800 werden hier parken in deze stijl aangelegd, de zogenaamde Engelse Werken. De parken van de landgoederen Mataram, Rechteren, Den Aalshorst en Den Berg zijn hier duidelijke voorbeelden van. Het landschap van Dalfsen wordt nog sterk bepaald door de restanten van de zichtlanen, sterrenbossen en Engelse Werken. Op diverse plaatsen zijn hier nog van die kleine "Versailles" en "Engelse" juweeltjes, geheel of gedeeltelijk in het landschap te ontdekken.