Uit de brand

Publieke voorzieningen

Tijd van televisie en computers

In de 19de eeuw was er van publieke voorzieningen nog nauwelijks sprake. De marke en later de gemeente hielden zich alleen bezig met het onderhoud van wegen en bruggen en zaken als het bestrijden van branden.

Brandbestrijding

Vóór 1850 bestonden de middelen voor het blussen van brand uit emmers, ladders en brandhaken op verschillende plaatsen in de gemeente. In 1850 werd de eerste brandspuit aangeschaft. De snelle ontwikkeling van de brandbestrijding vond plaats in de 20ste eeuw. De door de gemeente aangewezen brandbestrijders maakten plaats voor de getrainde leden van de vrijwillige brandweer en motorspuit en tankauto vervingen de handpomp. Naast het bestrijden van brand ging ook de hulp bij (verkeers)ongevallen en het redden van vee deel uitmaken van het takenpakket. Verlaat nu een brandweerauto de in 1958 gebouwde garage, dan zal dat veelal voor een ongeval op de A1 zijn.

Elektrificatie

De elektrificatie van de kern van Bathmen begon in de jaren dertig van de 20ste eeuw. In het buitengebied werd pas in de jaren vijftig de petroleumlamp vervangen door de gloeilamp. Bovengrondse leidingen zorgden voor de toevoer van de elektrische stroom, maar ook voor storingen door afgewaaide takken en blikseminslag. Door de beschikbaarheid van het 220 volt-net binnen de woningen was niet alleen verlichting in elke kamer en het gehele bedrijf mogelijk, maar ontstonden ook nieuwe mogelijkheden in huis en bedrijf . Zo deden elektrisch aangedreven machines zoals stofzuigers en melkmachines hun intrede en konden kippenhokken 's morgens vroeg al worden verlicht.

Water

Water kwam vroeger uit de put en tot het midden van de 20ste eeuw in Bathmen nog vaak uit een pomp, aangesloten op een regenput of een waterhoudende zand- of grindlaag. De dichtere bebouwing, met name in de kern, maakte het steeds moeilijker goede waterbronnen te vinden, terwijl de aandacht voor kwalitatief goed water toenam. Rond 1970 werden de laatste percelen op het waterleidingsnet aangesloten en kwam in heel Bathmen het water voortaan uit de kraan.

Riolering

Afvalwater liet men vroeger de sloot inlopen. De natuur kon zorgen voor de reiniging, omdat de milieubelasting door het geringe aantal mensen op het platteland beperkt was. Op boerderijen bestond ook de mogelijkheid tot het lozen op de gierkelder. In de dorpskern werd het vinden van nieuwe locaties voor zinkputten problematischer. Hier werd vanaf circa 1960 het afvalwater via een rioolstelsel naar de afvalwaterzuivering geleid en van hieruit op de Schipbeek geloosd. Sinds 2004 is elk huis in Bathmen op de riolering aangesloten.

Gas

Het gebruik van aardgas voor centrale verwarming en koken in Bathmen begon rond 1970. Voordien werd alleen de woonkamer of de keuken verwarmd met een haard of kachel. Koken gebeurde in het verleden boven het vuur en later op fornuis of kachel. In de periode na de oorlog was het petroleumstel een veel gebruikt kooktoestel. De petroleumboer kwam met zijn bussen langs bij de boerderijen. In de jaren vijftig werd deze wijze van koken meer en meer vervangen door koken op een gasstel aangesloten op een fles gevuld met butaan of propaangas. Was er geen aansluiting op het elektrisch net, dan zorgde een gloeikous aangesloten op de gasfles ook voor verlichting. Zo deden de moderne gemakken stapje voor stapje hun intrede in Bathmen en omgeving.