In 1572, de begintijd van de Tachtigjarige Oorlog, benoemde Willem van Oranje Diederik van Sonoy (1529-1597) tot zijn vertegenwoordiger in het noorderkwartier van Noord-Holland. Hij werd ook aangesteld als bevelhebber van de opstandige troepen. In de jaren daarvoor werkte Diederik al als geheim agent voor de Prins van Oranje. Van Sonoy was fel anti-rooms en wordt een harde geuzenleider genoemd. Een gevelsteen in de Kerkstraat herinnert nog altijd aan de geuzenleider als stichter van de schans Blokzijl.
De verschansing van Blokzijl
Op 28 januari 1581 kwam Diederik van Sonoy in opdracht van Willem van Oranje naar Blokzijl, om de kleine plaats te versterken. Vanuit Noord-Holland voeren de schepen met soldaten naar de oostkant van de Zuiderzee. Het doel was een uitvalsbasis te creëren om de Spaanse troepen op de Zuiderzee te bestrijden, ter bescherming van de steden aan de Hollandse kust. Bovendien zou vanuit Blokzijl de waterweg naar Steenwijk kunnen worden gecontroleerd. De schippers van Blokzijl werden vanaf het begin van de Tachtigjarige Oorlog ingehuurd voor troepen- en materialentransport. Ze waren dus al bekend met de strijd die gevoerd werd. Het garnizoen in Blokzijl had als eerste taak een schans aan te leggen. Deze schans van Sonoy vormt nog steeds het hart van Blokzijl. Zelfs op Google Earth zijn de contouren te herkennen. Globaal wordt de schans gevormd door de Kerkstraat, Brouwerstraat, Breestraat, Domineeswal, het Oude Verlaat en de Zeedijk. In het midden staat de Grote Kerk, die vanaf 1609 werd gebouwd. De havenkolk vormde een beschutte wijkplaats voor schepen van de Staatse vloot. Blokzijl was over alleen over een smalle, bochtige dijk vanuit het zuiden en noorden bereikbaar. Het achterland richting Steenwijk was moerassig en daardoor slecht begaanbaar.
Blokzijl, een steeds belangrijker plaats
De aanwezigheid van het garnizoen gaf veel bedrijvigheid in
Blokzijl. De schepen moesten onderhouden worden, de soldaten
moesten worden gehuisvest en gevoed, een periode van bloei brak
aan. Door al die activiteiten werd het voor veel mensen
aantrekkelijk zich in Blokzijl te vestigen. Een migrantenstroom uit
Noord-Holland kwam op gang. De schans was in die eerste tijd een
Staatse enclave in een gebied dat verder nog beheerst werd door de
Spanjaarden. Mensen die elders vervolgd werden wegens hun geloof,
met name doopsgezinden, vonden hier een nieuwe
bestaansmogelijkheid. Blokzijl bleef in die tijd heel belangrijk
als bevoorradingsplaats.