Kunstenaar
Vincent van Gogh wordt in 1853 in het Brabantse dorp Zundert geboren. Op jonge leeftijd reist hij al veel door Nederland en Europa. Na talloze baantjes en een gestrande studie kiest Van Gogh uiteindelijk voor een kunstenaarsbestaan. Hij neemt schilderles en tekent veel. In 1885 maakt hij in Nuenen het beroemde schilderij De aardappeleters. Het is een somber en donker portret van een boerenfamilie. Deze schilderstijl en het thema van het leven en lijden van gewone mensen zijn typerend voor Van Goghs vroege werk.
Het jaar daarop vertrekt hij naar Parijs, de stad waar veel mensen bezig zijn met vernieuwing van de schilderkunst. Zijn broer Theo is hier kunsthandelaar en laat hem kennismaken met schilderijen en tekeningen van Franse impressionisten. Deze schilders gaan verfijnder om met licht en kleur dan Van Gogh gewend is. Het inspireert hem om te gaan experimenteren: zijn werk wordt kleurrijker en hij begint te schilderen met zijn later zo beroemd geworden korte penseelstreek. Ook verzamelt hij Japanse houtsneden; de invloed ervan is terug te zien zijn in zijn latere werk.
In 1888 huurt Van Gogh een atelier in Zuid-Frankrijk: het ‘Gele Huis’ in Arles, beroemd geworden door zijn schilderij ervan. Aan zijn zus Wil schrijft hij dat de uitbundige natuur van het zuiden vraagt om een nieuwe manier van schilderen: ‘Absoluut kleurig: hemelsblauw, roze, oranje, vermiljoen, hoog geel, heldergroen, helder-wijnrood, violet.’ Hij schildert vaak landschappen en, omdat hij geen geld heeft voor een model, veel zelfportretten.
Ziekte en dood
Het leven van Van Gogh wordt getekend door onrust, liefdesverdriet en geldzorgen. Met zijn kunstenaarsvrienden maakt hij vaak ruzie. Als kunstenaar Paul Gauguin bij hem is, loopt een conflict zo uit de hand dat Van Gogh hem bedreigt met een scheermes. Niet veel later snijdt Van Gogh – per ongeluk of expres – een stuk van zijn eigen linkeroor af. Op een aantal zelfportretten zie je hem met zijn oor in het verband. Van Gogh krijgt steeds meer last van psychische problemen. Hij laat zich een tijd opnemen in een psychiatrische inrichting, waar hij beroemde schilderijen maakt van cipressen en de sterrennacht. Op 27 juli 1890 loopt hij een korenveld in en schiet zichzelf in de borst. Hij overlijdt twee dagen later.
Wereldberoemd
Pas na zijn dood begint hij bekender te worden. Aan de ene kant is dat vanwege zijn schilderijen, want die zijn krachtig, kleurig en eigenzinnig. Aan de andere kant wekt zijn levensverhaal veel interesse: hij is het schoolvoorbeeld van de even geniale als eenzame kunstenaar. Bovendien laten veel latere schilders zich door zijn werk inspireren.
Vincent van Gogh is nu wereldberoemd. Ieder jaar komen ongeveer twee miljoen bezoekers naar het Van Gogh Museum in Amsterdam. Meer dan 80 procent van die bezoekers komt uit het buitenland. Zijn werk is ook in collecties van andere musea te vinden, zowel binnen als buiten Nederland. Tegenwoordig is Vincent van Gogh zo’n gewaardeerde kunstenaar dat zijn werk veel geld waard is. In 2017 wordt zijn schilderij Boer in een veld bij veilinghuis Christie’s geveild voor bijna 70 miljoen euro.
Vincent van Gogh
Schilder in een nieuwe tijd
Zijn levensverhaal is even kleurrijk als veel van zijn schilderijen. Tijdens zijn leven heeft vrijwel niemand oog voor zijn radicaal vernieuwende manier van schilderen. Hij voelt zich daardoor eenzaam en onbegrepen. Pas na zijn zelfmoord wordt hij beroemd; tegenwoordig worden zijn schilderijen door miljoenen mensen van over de hele wereld bewonderd.
-
Christiaan Huygens
Dit is Christiaan Huygens, een heel belangrijk en beroemd wetenschapper uit de zeventiende eeuw. Christiaan Huygens zou eigenlijk diplomaat worden. Dat is iemand die namens de regering met andere landen mag onderhandelen. Maar eenmaal op school knutselde Christiaan liever met molentjes en zette hij zelfbedachte machientjes in elkaar.
Christiaan werd geboren in 1629. Zijn vader, Constantijn Huygens, was dichter en adviseur van de prins van Oranje. Omdat Constantijn wilde dat zijn zoons diplomaat werden, moesten ze rechten en oorlogskunde studeren. Maar Christiaan vond wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde veel interessanter. Als kind weigerde hij al gedichten te schrijven. Liever keek hij wat voor kringen er in het water kwamen als hij er een stok in gooide.
Al jong schreef Christiaan met belangrijke buitenlandse geleerden over ingewikkelde vragen, bijvoorbeeld over wiskunde. Toen hij achttien was, schreef een Franse wetenschapper aan vader Constantijn: 'Als hij zo doorgaat, wordt hij nog beter dan Archimedes.' Dat was een belangrijke natuurkundige uit de tijd van de Romeinen. Vader Huygens heeft zijn zoon de rest van zijn leven 'mijn Archimedes' genoemd. -
Hofwijck
Dit is Hofwijck, één van de huizen waar Christiaan Huygens heeft gewoond. Het is een buitenhuis: een soort vakantiehuis. Hier kon de familie Huygens van de natuur en de rust genieten als ze even niet in de stad wilden zijn. De familie Huygens had namelijk ook een huis in Den Haag.
Christiaan woonde en studeerde lange tijd in Engeland en in Frankrijk. In 1666 werd hij de eerste directeur van de Franse Wetenschappelijke Academie. Zo belangrijk waren de ideeën van Christiaan voor de wetenschap!
Van 1681 tot aan zijn dood in 1695 woonde Christiaan afwisselend op het familiebuitenhuis Hofwijck in Voorburg en in Den Haag.
Hofwijck staat er nog steeds. Je kunt er zelfs binnen kijken, want het is nu een museum. Niet alleen voor Christiaan, maar ook voor zijn vader Constantijn, de dichter. Constantijn maakte wel drie gedichten over Hofwijck. -
Niet alleen denken, ook doen!
Christiaan Huygens deed graag experimenten. Dat zijn proefjes om iets te onderzoeken. Christiaan wilde onderzoeken of zijn ideeën wel echt klopten. Of er echt zou gebeuren wat hij dacht.
Christiaan Huygens wilde niet alleen denken over alles wat al bekend was. Hij vond het belangrijk om zelf te experimenteren. Hij keek nauwkeurig om te zien wat er gebeurde. Dan omschreef hij waarom het zo gebeurde en daarna controleerde hij het. Deze nieuwe manier van met wetenschap bezig zijn, staat bekend als de Wetenschappelijke Revolutie.
-
De slingerklok
Dit is Christiaan Huygens' bekendste uitvinding: het slingeruurwerk. Dat is een klok die werkt door de slinger die eraan hangt. Voor de natuurkunde bestudeerde Christiaan de val- en slingerbeweging. Met die kennis heeft hij in 1656 dit slingeruurwerk gemaakt.
Christiaan maakte en verbeterde ook klokken voor schepen. Deze zeeklokken moeten op een slingerend schip in volle zee altijd de goede tijd aangeven. Het kennen van de juiste tijd was heel belangrijk om te bepalen waar het schip precies was op zee.
De slingerklok was heel precies. Het werkte zo goed, dat met dezelfde techniek later het horloge is gemaakt. Veel kleiner dan een slingerklok, maar vanbinnen hetzelfde !
Maar Christiaan bedacht nog meer. Hij wilde dingen uitvinden waar je echt wat aan had. Hij wilde problemen oplossen. Het probleem van de paardenkoets bijvoorbeeld. Die hobbelde zo verschrikkelijk over de straat! Christiaan bedacht een oplossing: de veringen! Een koets hobbelt veel minder als die een beetje mee kan veren met de weg. Tegenwoordig gebruiken we veringen in heel veel dingen. In auto's en fietsen, maar ook in pennen, trampolines en nietmachines. -
De buisloze telescoop
Christiaan maakte samen met zijn oudere broer Constantijn sterrenkijkers. Ze slepen de glazen lenzen ook zelf. Met zo'n kijker ontdekte Christiaan in 1655 dat de planeet Saturnus een maan heeft. Hij noemde hem Titan. Even later ontdekte hij ook dat Saturnus een ring heeft.
-
Ruimteschip de Cassini-Huygens
Dit ruimteschip is genoemd naar Christiaan Huygens. Het heet de Cassini-Huygens. En naar welke planeet denk je dat dit ruimteschip wordt gestuurd? Naar Saturnus natuurlijk, de planeet die Huygens ook al bestudeerde!
Na Christiaan Huygens hebben veel meer mensen de planeet Saturnus bestudeerd. Er zijn ook steeds betere telescopen uitgevonden. We weten nu dat Saturnus nog veel meer manen heeft dan alleen Titan. De planeet heeft minstens 62 manen! En de ring van Saturnus is niet één ring. Het zijn allemaal smalle ringen naast elkaar.
In 1997 is er een ruimtesonde naar Saturnus gestuurd om precies te weten hoe de planeet in elkaar zit. Dat ruimteschip heet de Cassini-Huygens. Daarin zitten geen mensen. Daarvoor is Saturnus veel te ver weg. Aan boord zijn vooral veel fototoestellen. Zo kunnen wij zien hoe Saturnus er van dichtbij uitziet. De Cassini-Huygens heeft er zeven jaar over gedaan om bij Saturnus te komen! In 2004 heeft het ruimteschip de planeet bereikt. Daar vliegt hij nog steeds omheen om foto's en films te maken. -
Een tijd van uitvindingen
Dit is Antoni van Leeuwenhoek. Hij leefde in de tijd van Christiaan Huygens. Want Christiaan was niet de enige die grote uitvindingen deed. Ook andere mensen bedachten belangrijke dingen.
Antoni van Leeuwenhoek was lakenhandelaar, dat is een soort stofverkoper. Hij wilde zijn stoffen graag van heel dichtbij zien om te kijken of het goed geweven was. Daarvoor gebruikte hij vergrootglazen, lenzen. Die vond hij niet scherp genoeg. Hij maakte zelf een nieuw soort lenzen. Zo bedacht hij de eerste versie van de microscoop. Daarmee kon hij hele kleine beestjes zien: bacteriën!
Een andere beroemde man in die tijd was dokter Herman Boerhaave (1668-1738). Hij was dokter en leraar aan de universiteit. Hij praatte niet alleen óver zieken, maar nam zijn studenten mee naar de zieken toe. Dan konden de studenten zelf zien hoe bijvoorbeeld waterpokken eruit zagen, of de ziekte die we 'rode hond' noemen.
Huygens, Van Leeuwenhoek en Boerhaave zijn wetenschappers van het nieuwe soort: niet alleen denken, maar ook doen!
Vensterplaat Christiaan Huygens. Voor docenten: Vensterles groep 5-8. Illustratie: Kok Korpershoek.
Vensterplaat