In het parkbos lag in de achttiende eeuw een jachthuisje, dat als daggelderswoning fungeerde. Later werd hier een uitspanning gebouwd, Het Jagershuys. De zichtas die hier lag, heette het 'Groene laantje'. Ten oosten van het Jagershuys liep het 'Spokenlaantje', genoemd naar de 'bosgeest van Zeist'. Dat was een bijnaam van boswachter Arie de Geest, die in het Jagershuys woonde. In 1932 werd naast de uitspanning een dierentuin ingericht met kaketoes, papegaaien, Shetland pony's, neus- en wasberen, kangoeroes, herten, flamingo's, struisvogels en apen. Elders in het park was een weide met bisons. Die is nog steeds bij Zeistenaren bekend als het Bisonveld. Van de dierentuin is alleen een rotspartij over, waar nog altijd manenschapen (geiten) grazen. Het Jagershuys zelf is een pannenkoekenrestaurant.