In 1914 vestigde de Rotterdamse zakenman Cornelis Ouwehand zich in Rhenen en opende daar een sigarenfabriek. Hij was een echte ondernemer en al gauw breidden zijn bezigheden zich uit. Hij ging kippen fokken en zijn Hoenderpark werd een grote trekpleister. Ouwehand ontwikkelde zijn eigen kippenvoer, waarmee hij veel geld verdiende. Hij ging behalve kippen ook steeds meer exotische dieren houden, zoals wasberen en apen. Toen het door de crisis minder ging met de kippenvoerfabriek, waagde hij de gok en richtte een heuse dierentuin in. Hij liet zich inspireren door buitenlandse dierenparken, waar zo min mogelijk tralies zichtbaar waren. De bezoekers moesten het idee hebben vrij tussen de dieren rond te lopen. Ouwehands Dierenpark werd een van de belangrijkste attracties van de Heuvelrug.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was Cornelis Ouwehand gedwongen een deel van zijn dieren af te maken. Toen hij na de capitulatie terugkeerde, bleek een aantal gelukkig de strijd te hebben overleefd. Helaas was de geallieerde opmars in 1944 minder fortuinlijk voor Ouwehand. Terugtrekkende Duitsers maakten een groot aantal beesten af. Na de oorlog wist Ouwehand een aantal dieren uit Duitse zoo's over te nemen en bracht hij Ouwehands Dierenpark wederom tot bloei.