Het besluit van de gemeenteraad in 1956 om de binnenstad 'levend' te houden door te kiezen voor optimale autobereikbaarheid, inspireerde het Utrechtse bouwbedrijf Wildschut voor de bouw van het - destijds - hoogste kantoorgebouw van Nederland. De 62 meter hoge flat van architect H. Maaskant was bedoeld om de stad de gewenste economische impuls te geven. Alleen de Schoonheidscommissie stelde vragen over de inpassing van het gebouw in zijn omgeving. De bouw van de betonnen kern gebeurde middels glijbekisting met een verdieping per dag. De krantenartikelen waren vol bewondering voor dit staaltje van moderne bouwtechniek.
De eerste decennia was de flat in gebruik als tentoonstellingsruimte, zalenverhuur, winkel, kantoren en horeca. Met name het restaurant op de zestiende verdieping bood een prachtig uitzicht. De waardering voor de Neudeflat nam echter af en uiteindelijk werd het gebouw voor veel Utrechters hét symbool van ongewenste ontwikkelingen uit het recente verleden.