Het kerkenkruis van Utrecht heeft stof gegeven tot veel discussie. Het kerkenkruis van Bamberg werd in de twaalfde eeuw genoemd door Adelbert: 'Zo is de stad Bamberg door zijn kerken en patroonheiligen in de vorm van een kruis aan alle kanten beschermd.' Over het kerkenkruis van Paderborn staat in de levensbeschrijving van bisschop Meinwerk dat Paderborn 'zo door het kruis tegen alle vijandelijke werptuigen beschermd wordt en door het kruis getekend zal zijn'. Over het kerkenkruis van Utrecht wordt echter in middeleeuwse bronnen niet gesproken. Stadsarchivaris Samuel Muller Fzn was in de negentiende eeuw de eerste die het kerkenkruis van Utrecht noemde. Dit werd in 1966 overgenomen door C.J.A.C. Peeters. De kunsthistoricus A.J.J. Mekking wijdde er in 1988 een publicatie aan in de bundel 'Utrecht kruispunt van de middeleeuwse kerk'. Deze bundel verscheen in het kader van de tentoonstelling 'Utrecht Een hemel op aarde' in het Catharijneconvent. De discussie kwam toen snel op gang. De meest onderbouwde tegenwerpingen werden gemaakt door C.J.C. Broer, in de publicatie 'Het Utrechts kerkenkruis: feit of fictie?' Zo heeft het kerkenkruis van Utrecht zijn voor- en tegenstanders.