De familie Van Boetzelaer bezat al sinds de negentiende eeuw de buitenplaats Sandwijk aan de Utrechtseweg in De Bilt. Aan de overzijde, aan de noordkant van de weg, bevond zich een grote overtuin. Deze overtuin werd in de jaren 1930-31 door baron Carel van Boetzelaer omgevormd tot een wandelpark voor de gemeente De Bilt. Daarvoor was het vooral landbouwgrond, maar onder leiding van het hoveniersbedrijf Copijn uit Groenekan werd door tientallen werklozen een slingervijver gegraven, bomen en struiken geplant en wandelpaden aangelegd. Bestaande boomgroepen werden in het park opgenomen. Na oplevering schonk de baron het park aan de gemeente.