In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam er steeds meer kritiek op de kinderarbeid. Het Kinderwetje van Van Houten in 1874 was daarvan een gevolg. Nu kinderen niet meer of slechts een beperkt aantal uren mochten werken, konden ze naar school. Vaak werden die scholen gebouwd op initiatief en met steun van sociaal bewogen burgers. Een voorbeeld is Leusden. In 1883 werd in Leusbroek aan de Ooievaarshorsterweg een school geopend. Dat gebeurde op het grondgebied van de buitenplaats Den Treek, eigendom van de familie De Beaufort. Die familie was de drijvende kracht achter de bouw van de lagere school, de bewaarschool en de twee onderwijzerswoningen die hier werden neergezet. Een andere telg uit de familie, Anna Aleida, begon een bewaarschooltje in de buurtschap Asschat bij Leusden.
De lagere school aan de Ooievaarshorsterweg lag in het verlengde van de woning van de onderwijzer, met een schoolpleintje ervoor. In 1919 werd de bewaarschool gebouwd. Nog in de jaren '50 werd het complex uitgebreid met een nieuwe vleugel. Daarin vond een protestants-christelijke school onderdak. In 1956 verliet de laatste onderwijzer zijn woning en de laatste school sloot in de jaren '70.