Soldaten plunderen in Veenendaal
In 1582 dreigden Engelse hulptroepen vanuit Wageningen de turf bij Veenendaal in brand te steken, als zij niet een flinke som geld zouden krijgen. Begin 1584 veroverde de Spaanse kolonel Tassis met zijn leger de Veluwe; Apeldoorn werd geplunderd. De troepen trokken verder richting Rhenen. Amerongen en de beide kastelen Amerongen en Zuylestein werden ingenomen. Op Pasen 1584 vielen soldaten uit Lunteren de kerk op de Markt in Veenendaal binnen en lieten zich afkopen met al het collectegeld. Waren het Spanjaarden of slecht betaalde Staatse troepen? De plunderingen bleven voortduren. Prins Maurits beloofde op 2 mei 1585, enkele maanden voordat hij zijn vader, Willem van Oranje, zou opvolgen als stadhouder, ‘die ingesetene vandendorpe van Venendaell’ bescherming tegen ‘onzen crijchsvolcke’, zodat ze het graven van turf niet op hoefden te geven.
Toen kolonel Tassis in juni 1585 met zijn Spaanse troepen uit Zutphen via de Veluwe en het Gooi onderweg was naar Holland, kreeg de stadhouder van Utrecht, opdracht hem met de Staatse troepen tegen te houden. Bij Amerongen stonden de legers op 23 juni tegenover elkaar. De Spanjaarden wonnen; aan beide kanten vielen er heel veel doden en gewonden. Aan de Lekdijk in Amerongen komen nog namen voor die herinneren aan de Slag bij Amerongen: ‘De Doodslag’ en ‘Het Kerkhof’.
De koningin van Engeland beloofde in augustus 1585 troepen te sturen om te helpen in de strijd tegen de Spanjaarden. De Engelse graaf Leicester werd landvoogd en begin 1586 trokken Engelse troepen naar o.a. Wageningen en Rhenen. Zij drongen huizen in Veenendaal binnen, eisten turf, roofden vee, namen drie inwoners mee tegen een losgeld van 100 gulden de man. Op 17 maart riep Leicester zijn troepen op de inwoners van Veenendaal niet langer lastig te vallen, maar hen te beschermen, zodat ze veilig hun werk kunnen doen ‘ to make turffe’. Het hielp weinig: nog heviger was de overval.