De vergadering bracht een groot succes met zich mee, namelijk dat er een scheiding tussen kerk en staat ontstond. Alle religies kregen dezelfde rechten en er werd een commissie van 21 leden opgesteld om een nieuwe grondwet te creëren. In 1797 was de nieuwe grondwet met 1000 artikelen af en kreeg het de bijnaam “het Dikke Boek” De nieuwe grondwet werd tot slot als een referendum aan het volk voorgelegd, maar deze werd door de meerderheid van het volk afgewezen.
Later vond er een tweede Nationale Vergadering plaats waarna opnieuw een wetsvoorstel kwam. In 1798 kwam er voor het eerst een Staatregeling, een soort van grondwet, waarin de mensenrechten van de burgers kwamen te staan.
De eerste Nationale Vergadering heeft dus bijgedragen aan de Rechtsstaat en het begin van een Parlementaire democratie, omdat er voor het eerst een grondwet werd gevormd, mensenrechten werden opgesteld, rijke mannen kregen stemrecht en burgers kregen meer vrijheid.