Gualtherus wordt koopman (1802), commissionair in effecten (1829) en in 1817 burgemeester van Voorhout. Komende van Deventer is hij op 21 november 1805 als poorter in Leiden ingeschreven.
Hij trouwt in 1802 onder de naam van Piccardt en voegt de naam van zijn schoonmoeder Soetbrood toe. De bruid is de 32-jarige Utrechtse Johanna Agneta Grommé, dochter van Willem David Grommé, boekverkoper, en Catharina Soetbrood. Bij het huwelijk woont de bruidegom aan de Mare en de bruid aan de Hogewoerd. Het echtpaar krijgt zeven kinderen.
Op vierentwintigjarige leeftijd wordt hem op 7 mei 1806 een paspoort verstrekt om naar Frankrijk te gaan.
Soedbroodt Piccardt handelt zijn financiële zaken als commissionair slecht af. Er zweven veel geruchten door de lucht. Zijn administratie blijkt een zooitje, er zijn bovenmatige speculaties in effecten en betrokkene is niet solvabel. In 1830 wordt hij voor de Regtbank in Eerste Aanleg te Leiden failliet verklaard.
Volgens een artikel in de Nederlandse Leeuw zou hij met een ijzeren kist, met de begraafboeken van Voorhout en Noordwijk, in een vissersboot naar Engeland zijn gevlucht. De meegenomen boeken zouden zich in een geheime afdeling van de bibliotheek van The London Museum bevinden, maar zijn daar helaas niet te vinden. Nog voor de faillietverklaring vertrekt Soetbrood Piccardt uit huize Schoonoord. De vluchtelingen, vader en zoon, zijn 11 september (volgens herbergier Donker van De Bonte Koe de 10e) in een wagentje door Van der Werff en met Jan van Doorn naar Zandvoort gebracht. De volgende dag om acht uur ’s avonds gaat hij aan boord van De Visscherij. Na 31 uur varen [?] arriveert hij ochtends om negen uur in Yarmouth, Engeland. Via Londen reist hij naar New Castle.
Jan van den Berg neemt van 7 oktober 1830 tot 26 september 1831 waar voor hem.
Soetbrood Piccardt is geboren in Delfzijl op 10 september 1780 en overlijdt eenzaam in Newcastle tussen 1847 en 1848.