Openbare orde en veiligheid
Over veldwachters en brandweer
DE VELDWACHTER
Het fenomeen 'veldwachter' werd in de Franse tijd in 1811 geïntroduceerd, net als in Frankrijk. Grotere plaatsen kregen een eigen politie. In de kleinere mairie Diepenveen (voor 1811 het schoutambt Colmschate en later de gemeente Diepenveen) werden veld- en boswachters benoemd. De gemeente Diepenveen had twee veldwachters, die eerst lopend en later met een dienstfiets zorgden voor orde en veiligheid. Na 1858 werd het Korps Rijksveldwacht ingesteld tot eind 1942.
Openbare orde was van oudsher de taak en verantwoordelijkheid van het bevoegd kerkelijk of wereldlijk gezag. In het schoutambt Colmschate was dat de schout, die moest zorgen voor het handhaven van de openbare orde en het uitvoeren van wetten en bevelen van het provinciaal bestuur. In de dorpen en buurschappen beschermden de ingezetenen elkaar.
In 1811 kwam het schoutambt onder Frans bestuur en werd het een zelfstandige gemeente, eerst een zogenaamde Mairie en later een gemeente. Net als in Frankrijk stelden de Fransen een veldwacht en een boswacht in. Tot 1846 was er één veldwachter die alles moest doen: stropers en andere wetsovertreders arresteren, sluitingstijden van cafés controleren, soms belastingen innen en post bezorgen. Na 1846 kwamen er twee veldwachters, een in Colmschate en een in Diepenveen. Men was bevoegd om een sabel te gebruiken, alleen binnen de eigen gemeente!
Het was een geliefd baantje. In mei 1900 kwamen er zelfs zestig reacties binnen, hoewel de toen benoemde veldwachter binnen een jaar vertrok. Waarschijnlijk omdat hij zijn eigen dienstfiets moest betalen. De gemeenteraad vond een fiets 'niet direct noodzakelijk', hoe uitgestrekt de gemeente ook was (van Diepenveen tot Okkenbroek in het oosten en naar het zuiden tot Oxe). De reden was geldgebrek vanwege het dure nieuwe gemeentehuis dat in 1900 in Schalkhaar werd gebouwd. Pas in 1918 wilde de raad een vergoeding geven voor de dienstfiets.
De eerste diender in dorp Diepenveen was Roelof Hoeve die van 1866-1904 in Rande woonde. Hij werd opgevolgd door Harm Dontje en later door Hendrik Weideman. De laatste woonde in de dienstwoning aan de toenmalige Diepenveensche Puinweg, nu Oranjelaan 53. In zijn huis was zelfs een arrestantencel (voor zwervers) aanwezig. Vooral over Dontje deden in Diepenveen veel verhalen rond.
Op 1 december 1942 nam de Duitse bezetter alle politietaken over. Na de oorlog besloot de overheid
om een nieuwe politieorganisatie op te richten om de openbare orde te herstellen en te controleren. In kleinere gemeenten als Diepenveen werd dat het Korps Rijkspolitie. In 1994 werd er gereorganiseerd in 25 regionale korpsen plus het korps Landelijke Politiedienst. Dit duurde tot 2013, en daarna ontstond er één grote organisatie.
Vrijwillige Brandweer
Tot 1901 werd brand in Diepenveen voornamelijk bestreden door de getroffenen en hun buren. Maar in dat jaar werd de vrijwillige brandweer opgericht, waarvoor veertig vrijwilligers zich meldden. Zij betaalden contributie om hun nuttige werk te doen en werkten onbezoldigd én onverzekerd. Materieel werd aangeschaft met hulp van donaties van dorpsgenoten. Bij brand werd de kerkklok geluid; later hingen er rode bordjes met 'Hier brandmelden' op sommige woningen. Daar was telefoon en kon men opbellen naar de brandweerkazerne.
Eerst was de brandweerstalling op het Kerkplein en daarna bij Garage Riemersma aan de Dorpsstraat. De sirenes bevonden zich aan de vroegere gemeentewerf aan de Draaiomsweg en bij de toenmalige commandant Paalman aan de Baerselmansweg. Uiteindelijk kwam er een eigen kazerne aan de Oranjelaan.
Helaas ontbrak de eerste vijftig jaar steun van gemeentewege. Dit veranderde in 1952, toen werd de brandweer een gemeentelijke organisatie. De vrijwilligers kregen een kleine vergoeding voor het verrichte werk en de aan oefening bestede uren. Ook werden de brandweerlieden verzekerd en er kwam beter materieel. De brandweerlieden moeten (nog steeds) vlakbij wonen of werken, want men moet binnen vier minuten bij de kazerne zijn.
De vrijwillige brandweerlieden zijn zeer gemotiveerd: "Je redt en helpt mensen en dieren in nood. Wat is er nou mooier dan dat?" is hun motto.
Sinds de opheffing van de gemeente Diepenveen op 1 januari 1999 is de vrijwillige brandweer Diepenveen onderdeel van het Deventer brandweerkorps. Nu onderdeel van Regio IJsselland, een van de 25 landelijke regio's.