Waar denk je aan bij wapens? Een geweer? Een zwaard? Wat dacht je van een schepje? Nee, niet om mee te slaan. Om mee te graven.
De Tachtigjarige oorlog
In 1568 begon de Tachtigjarige Oorlog. De Koning van Spanje had Nederland in zijn macht. De koning was katholiek en vond dat iedereen dat moest zijn. De Nederlanders wilden zelf de baas zijn en zelf bepalen welk geloof ze wilden. In het noorden van Nederland (ook in Drenthe) wilde men protestant zijn en niet katholiek. De Nederlanders kwamen in opstand. De stad Coevorden werd bestuurd door Francisco Verdugo. Deze legerleider moest van de Koning van Spanje op de stad Coevorden passen en er voor zorgen dat het in handen bleef van Spanje.
Het geheime wapen
Prins Maurits ging in 1592 met zijn leger naar Coevorden. Wat was zijn geheime wapen? Geen grote wapens en kanonnen, maar een … schepje. Simon Stevin, de studiegenoot van Prins Maurits, had het schepje ontworpen. Je kon het handig opklappen. Zo had elke soldaat een schepje mee in zijn uitrusting. Met dat schepje groeven ze loopgraven (een soort geul in de grond waarin een soldaat zich kan verschuilen). De Spanjaarden verbaasden zich dat de Nederlanders stonden te scheppen als boeren. Maar het werkte wel! Door al het scheppen liep de gracht rond Coevorden leeg en konden Maurits en zijn mannen de stad bestormen. Zo veroverden ze Coevorden terug van de Spanjaarden.
Het einde van de Tachtigjarige oorlog
Ondanks een pauze van 12 jaar (tussen 1609 en 1621), duurde de Tachtigjarige oorlog lang. De stad Coevorden bleef de hele oorlog in de handen van Maurits en de zijnen. De Tachtigjarige Oorlog eindigde op 30 januari 1648 toen alle landen die in oorlog waren vrede sloten.