De Bataafse Republiek

Willem V keert terug

Op 20 september 1787 keerde Willem V vanuit Nijmegen terug naar Den Haag om het land weer als stadhouder te regeren. Op weg naar de hofstad kwam hij door Voorburg. Zijn aanhangers zongen hem toe. De blijdschap van de Oranjegezinden was niet verwonderlijk. Met de terugkeer van Stadhouder Willem V had de Oranjepartij het immers weer voor het zeggen in Holland. De door hen zo gehate Patriotten werden uit de regering gezet. Een deel van hen vluchtte naar Frankrijk.

Nieuwe ideeën

Twee jaar later, in 1789, brak in Frankrijk de Franse Revolutie uit. Het Franse volk onthoofde de koning en zijn regenten. Voortaan bestuurden zíj het land, als volksvertegenwoordigers. De Fransen vonden dat ook in de buurlanden de macht naar het volk moest gaan. In 1793 trokken ze de Republiek der Verenigde Provinciën binnen, samen met de eerder naar Frankrijk uitgeweken Nederlandse Patriotten. In 1795 vluchtte Willem V naar Engeland.

Feest

Nederland heette nu de 'Bataafse Republiek' en het land en de steden zouden bestuurd worden door échte vertegenwoordigers van het volk. Dat gold ook voor Veur, Stompwijk en Voorburg.

In Veur en Stompwijk werd een 'comité revolutionair' samengesteld onder leiding van de Patriot Johannes Anthony Prijn. Het nieuwe tijdperk werd met een feestje gevierd. Het was de bedoeling de Franse soldaten, de Stompwijkers en de Veurenaren met behulp van flink wat wijn te laten verbroederen. In Voorburg mocht de eerder gevluchte patriottenleider Johannes van Steensel het bestuur samenstellen.

Vrijheidsboom

Als teken voor de nieuwe Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap werd in Voorburg op 28 januari 1795 een symbolische vrijheidsboom geplant, versierd met rode, witte en blauwe linten en een blikken muts. Ook op het Sluisplein van Stompwijk kwam zo'n exemplaar te staan. Het had nogal wat moeite gekost iemand een boom te ontfutselen. Ook het graven van een gat in de bevroren grond was nogal problematisch. In juni was de vrijheidsboom al dood.

Hoge kosten

De nieuwe, bevrijde Bataafse Republiek bleek niet alleen maar ideaal. Hij kostte vooral geld. De Fransen wilden namelijk flink wat terugzien voor hun hulp bij het afzetten van de 'tiran' Willem V. Ze dienden een rekening in van honderd miljoen gulden en eisten Maastricht, Venlo en Zeeuws-Vlaanderen op.

Ook moesten er 25.000 Franse militairen in ons land gevoed, gekleed en gehuisvest worden. Veel gezinnen in het huidige Leidschendam en Voorburg kregen een of meerdere soldaten opgedrongen. Het enthousiasme over de bevrijders zakte daarmee naar het nulpunt.

De dierentuin

De Fransen ontnamen Voorburg ook nog de dierentuin. Willem V had op zijn Voorburgse buiten De Loo jarenlang bijzondere dieren verzameld. Zo had hij een orang oetan, pelikanen, kraanvogels en Kaapse zwijnen. Veel van de beesten waren meegebracht door schepen van de VOC en de WIC. Zo ook twee olifanten. Zij heetten Hans en Parkie en werden regelmatig uitgelaten in de straten van Voorburg. De Fransen voerden hen echter mee als oorlogsbuit naar Parijs. De vogels eindigden aan het Franse braadspit.