In de Tachtigjarige Oorlog was het water door de Hollanders ook al gebruikt als middel om de Spaanse troepen buiten de deur te houden. Een groot gebied vanaf Benschop bij IJsselstein, via Woerden, Mijdrecht, Abcoude en zo naar de Zuiderzee, kon onder water gezet worden. Vestingstadjes zoals Oudewater en Woerden en schansen verdedigden de linie.
In 1672 hield de waterlinie de Franse troepen maandenlang op afstand. Tot grote frustratie van de Franse opperbevelhebbers lukte het niet om het erachter liggende Holland met al zijn rijkdommen te veroveren. Zelfs toen een zware winter voor ijsvorming zorgde, werd de linie niet doorbroken.