De regenten van het Utrechtse Stads Ambachtskinderhuis besloten met het geld van de erfenis van Maria Duijst van Voorhout een pand voor de Fundatie van Renswoude te bouwen naast het weeshuis in het voormalige Agnietenklooster. De opdracht ging naar de Utrechtse architect Joan Verkerk. Deze had naam gemaakt met stadshuizen voor de Stichtse adel en een verbouwing van kasteel Sterkenburg aan de Langbroekerwetering. Verkerk ontwierp een schitterend pand met een prachtig rococo-interieur. De gevel vormde een prachtige afsluiting van de Lange Nieuwstraat. De bouw kostte in 1756 maar liefst 150.000 gulden, een enorm bedrag in die tijd.
De westvleugel kwam aan het begin van de negentiende eeuw in gebruik bij het kinderhuis, omdat het voormalige Agnietenklooster een kazerne werd. Dit gedeelte diende tot 1970 als kinderhuis en kreeg daarna een kantoorfunctie voor het Centraal Museum, dat sinds 1921 in het oude klooster zat. In deze vleugel is niets van het oude Fundatie-interieur bewaard gebleven. Dat is wel het geval in de rest van het gebouw, dat tot 1922 de 'élèves' huisvestte. De marmeren gang, de trap, de regentenzaal, de collegezaal en het voormalige kantoor van de secretaris-rentmeester zijn nog grotendeels intact.
De fraaie ruimten, die door het nog steeds bestaande regentencollege worden gebruikt en voor ontvangsten worden verhuurd, bevatten tal van kostbaarheden die van het rijke verleden van de Fundatie getuigen, zoals een porseleinen servies met het Renswoudewapen alsmede de portretten van de stichteres en haar echtgenoot in de regentenzaal, twee grote groepsportretten van zeventiende- en achttiende-eeuwse regenten in de collegezaal en individuele regentenportretten uit de achttiende eeuw in het voormalige kantoor.