Vlak na de Tweede Wereldoorlog werd Eemland herverkaveld. Toch bleek alras, dat deze niet voldeed. Vooral de boerenbedrijven in Soest, Eemnes en Bunschoten wilden uitbreiden, maar in de dorpskernen was geen plaats voor grote schuren en nieuwe bedrijfsgebouwen. Daarom werden de boerderijen naar het open land verplaatst. Ook werden opnieuw de percelen aangepast. Daarbij ging een deel van het slagenlandschap verloren.
In 1954 was echter een verplicht onderdeel ingevoerd; het landschapsplan. Ook de natuurwaarden speelden daarin nu een rol. In het gebied rond de Heiligenbergerbeek werd bijvoorbeeld getracht om de groene gebieden van de landgoederen Den Treek, Geerestein en Lokhorst zoveel mogelijk in stand te houden.