Het verhaal en de plek
De toenemende vraag naar turf als brandstof voor de stedelijke bevolking in het westen van Nederland leidde tot de ontginning van uitgestrekte veengebieden in het Land van Vollenhove. Om de afvoer van het veen te vergemakkelijken liet de graaf van Aremberg tussen Zwartsluis en Blokzijl een nieuwe waterweg graven. Aan deze gracht middenin het uitgestrekte veengebied, groeide de buurschap Beulake vanaf 1666 uit tot een zelfstandig kerkdorp. De inwoners leefden er van de vervening.
De gevolgen van deze activiteit voor het landschap waren groot. Er ontstonden steeds vaker grote waterplassen. Het land bleek op den duur niet meer bestand tegen twee hevige noordwesterstormen (1775 en 1776). De Zuiderzeedijk brak twee jaar achtereen door. Een laatste groep dorpsbewoners hield nog anderhalf etmaal stand in de kerk, maar moest uiteindelijk ook vluchten. Grote delen van het gebied veranderde in veenplassen, de wieden. Het grootste wiede werd vernoemd naar het verdronken dorp.
Het kunstwerk
Volgens de overlevering was alleen de kerktoren na de rampzalige
nacht nog jarenlang boven het water zichtbaar. Voor kunstenaar
Alphons ter Avest was dat aanleiding om precies op deze plek een
monumentale, 7,5 meter hoge aluminium toren van buisjes en
radertjes te plaatsen. Het basale ontwerp van de toren en de manier
waarop bijvoorbeeld de verbindingen zijn gemaakt, maken de Beulaker
Toren ook in sculpturaal opzicht bijzonder.
Inhoudelijk duidt het raderwerk in de toren de voortgang van de
tijd aan die voor het dorp Beulake in het beslissende moment tot
stilstand is gebracht. De noordwesthoek van de toren ontbreekt,
verwijzend naar de noordwesterstormen die het dorp en uiteindelijk
ook de kerk fataal werden. Vanuit deze hoek is het raderwerk en de
klok met een bootje te benaderen en kan de tijd handmatig opnieuw
in beweging worden gezet. Het hoorbaar tikkende raderwerk maakt de
tijd beleefbaar, wat resulteert in een bescheiden maar helder
klinkende bel over het water als een poëtische, bijna sacrale
verwijzing naar deze opmerkelijke geschiedenis.
De kunstenaar
In de beelden van Alphons ter Avest speelt perceptie en transformatie een belangrijke rol, waarbij het hem gaat om het bereiken van een helder en transparant beeld met een gelaagde betekenis. Aan de basis hiervan liggen vaak alledaagse objecten, een auto, een caravan, een huis, modelbouwmateriaal, speelgoed, etc. Deze iconen van onze tijd vormen een aanleiding maar staan niet model. Hij modelleert deze beelden opnieuw om ze te betrappen op hun wonderlijke dubbelzinnigheid.
Dit kunstwerk is tot stand gekomen in het kader van het project canonkunst onder leiding van het Kunstenlab uit Deventer en financieel mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel.