Het verhaal en de plek
Centraal in het verhaal staat de overlevering rond de Munsterkolk, waarbij een Munsterse soldaat, die onder vrijgeleide in de stad was achtergebleven, verraad pleegde en vervolgens door een woedende bevolking in de Munsterkolk werd verdronken. Dit alles speelde zich af in het Rampjaar voor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1672. In dit jaar lag de Republiek zwaar onder vuur en was in oorlog met Engeland, Frankrijk en nabij Rijssen en Holten met Munster
Het kunstwerk
Het beeld bestaat uit twee elementen: Een archetypische
helm en een realistische, heel gedetailleerde Hollandse Dog, naar
het voorbeeld van Pompey, de hond van Willem van Oranje. De
helm helt achterover waardoor je er goed in en onder
kan kijken. De leegte ervan is zichtbaar en te
ervaren.
Voor de helm zit een in brons gegoten
hondje, gedetailleerd en verfijnd vormgegeven. Daarmee
heeft het een levendige uitstraling. Het contrast tussen
de levendigheid van het hondje en de eenvoud van
helm maakt het tot een schilderachtige scène. Het beeld oogt alleen
daardoor al als een ingetogen monumentje dat verhaalt van een
persoonlijk drama van een onbekende soldaat.
De kunstenaars
Albert Dedden (1959) en Paul Keizer (1958) (Space Cowboys) wonen en werken in Deventer. Zij werken vooral in de openbare ruimte.
Het werk verraadt een voorkeur voor het poëtische, het vertellende door middel van thema's. Met daarbij aandacht voor vorm en inhoud en soms voorzien van een venijnig laagje.
Dit kunstwerk is tot stand gekomen in het kader van het project canonkunst onder leiding van het Kunstenlab uit Deventer en financieel mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel.