Stabies

Bijnamen in Rijssen

Tijd van pruiken en revoluties

Bijnamen voegen iets toe. In Rijssen ongetwijfeld omdat veel mensen dezelfde naam hebben. Om te weten om welke persoon het gaat moet daar iets karakteristieks bij. Het ontstaan van bijnamen heeft zich in meerdere fasen voltrokken. In de 17de eeuw was er een meester Marsman die zijn leerlingen bijnamen gaf. Veel van die bijnamen bestaan nog, al kent men vaak de betekenis niet meer. Bijvoorbeeld 'n Fotn of Stabies. Rijssenaren zelf noemen vaak hun (over)grootvader ‒ 'n oaln ‒ als veroorzaker. De namen getuigen in de regel van een groot gevoel voor humor en fantasie.

't Eénoor

Vaak wordt een bijzondere gewoonte of karaktertrek benoemd: 'n Boomleuper (eekhoorn) en 'n Hood. Of een beroep: Köstermans, de Snieder. Of de woonplek: de Waldrees (Andries Ligtenberg woonde in de Walstraat), Hoargraedske, de Voonder. Of ongewone voornaam: van Hugo, van Koeroad, van Daniël. Of dieren die men bezit: 'n Osn, de Peenke. Ook opvallende lichaamsdelen nodigen dikwijls uit tot een bijnaam: 'n Platvoot, 'n Pletn, 'n Taand, van 't Eénoor, de Maank'hendriene.

Knetteroarndje

Het kan ook een grappig verhaal of anekdote zijn die met iemand in verband wordt gebracht: Lapot (zat te slapen bij dominee André de la Porte in de kerk, maar wist nadien de preek haarfijn na te vertellen) of Preews (hij leek op een gemeenteklerk die Prewis heette). Handels- en gebruiksvoorwerpen worden benoemd: de Koare, 'n Piepot. Historische of Bijbelse namen door een gelijkenis of een verhaal: Napoleon, 'n Patriot, de Calvien, Kruger. De Russe, 'n oaln had met het leger van Napoleon gevochten in Rusland en was daar gevangen genomen. Soms komt een naam vaak in de familie/gezin voor, zoals bij de Uelkes en de Manzes. Of wordt de naam van de boerderij benoemd: de Gloer of de Snippe. Maar ook heden ten dage kunnen nog nieuwe bijnamen ontstaan: Knetter-oarndje, hij maakte de buurt onveilig met zijn brommer.

Overerving

Voor de bewoners van Rijssen is de bijnaam nog vaak essentieel om de juiste persoon aan te duiden. Sommige mensen hebben een fijnere omschrijving nodig wil men weten om wie het gaat. Dan heet je bijvoorbeeld 't Segeurke van 'n Hekkert of 'n Schot van Hattndieks of 'n Skupn van 'n Zaandkonink. De overerving van de bijnaam is niet altijd inzichtelijk, want het gaat zowel via de mannelijke als de vrouwelijke lijn. Het laatste is meestal het geval als de man bij de vrouw in trouwt of als 'de moo de bokse an hef'. Meestal krijgen alle kinderen uit hetzelfde gezin dezelfde bijnaam, maar niet altijd. De kinderen van Mina en Jan Nijzink heten Panngraads, Glaajnjantje en Grada en Janna van Mina. Garrat van Drees heeft een mooi gedicht geschreven waarin hij op zeer humoris-tische wijze een groot deel van de bijnamen de revue laat passeren.