Op 10 mei 1940 overschreden Duitse soldaten de Nederlandse grens bij onder meer Losser. 's Morgens om 03.40 uur kwam er bij de grensovergang De Poppe een langzaam rijdende pantsertrein met Duitse soldaten de grens over, die tot stilstand kwam vóór de spoorbrug over de Dinkel. De brug werd vervolgens zorgvuldig gecontroleerd op explosieven. Ter hoogte van de Losserse straatweg hield de trein voor de tweede keer stil. De Duitsers omsingelden de grensbarak en de aanwezige Nederlandse soldaten. De grenswachten hadden geen enkele kans en werden gevangen genomen. In Overdinkel wisten de grensbewakers een laag overvliegende Duitse bommenwerper neer te schieten, die in de buurt van Drieland neerstortte, waarbij de vliegers het leven lieten. In de daaropvolgende meidagen van 1940 gaven acht Lossernaren hun leven voor het vaderland tijdens de slag om de Grebbeberg bij Rhenen.
Ongemakken
De Duitse bezetters wensten dat het leven zo snel mogelijk
zijn normale beloop zou hebben en op maandag 13 mei, 2 dagen vóór
de officiële capitulatie, draaiden de textielfabrieken alweer bijna
zoals voorheen. Ook Losser kreeg te maken met de dagelijkse
ongemakken, kabelwacht en de schaarste en distributie van
levensmiddelen en goederen. De spoorlijn door het dorp werd
opgebroken, omdat de rails nodig waren voor het vervoer naar het
oostfront. Maar veel erger was natuurlijk de dood van onschuldige
burgers, verzetsstrijders die het leven lieten en de deportatie van
Joodse medeburgers, die werden vermoord in de concentratiekampen.
Dat alles bracht veel leed.
Slachtoffers
De Joodse familie Zilversmit, die een slagerij had aan de
Brinkstraat, werd op 8 april 1943 gedeporteerd en later vermoord in
de gaskamer. De familie bestond uit moeder Hanchen, zoon Siegfried,
zoon Herman met zijn vrouw Grethe en hun dochtertje Elsbeth. Bij
een bombardement op 14 januari 1945 stortte een Duitse jager neer
op twee dubbele woonhuizen aan de huidige Scholtinkstraat. Daarbij
vonden de vader van het gezin Stegge en vijf van zijn kinderen de
dood. Op 15 februari 1945 vielen er bommen op Glane en daarbij
kwamen om het leven: Johanna Maria Koertshuis, Bernardus Johannes
Boerrigter en Hendrik Verbeek.
Verzet
Verschillende mensen uit Losser moesten hun verzet tegen de
bezetter met de dood bekopen. Jo ter Laak was de zoon van een
politieman uit Overdinkel en ontkwam in de meidagen van 1940 als
militair naar Engeland. Hij werd in 1941 boven Nederland gedropt en
behoorde tot de eerste geheim agenten die in het bezette gebied
werkzaam waren. Hij werd in 1942 gearresteerd en werd in 1944 op
gruwelijke wijze vermoord in de steengroeve van het
concentratiekamp Mauthausen. Joan Gelderman was een telg van de
fabrikantenfamilie in Oldenzaal. Evenals zijn broer Chris was hij
actief binnen het verzet Oldenzaal/De Lutte. Hij werd gearresteerd
en in 1944 door de Duitsers gefusilleerd. Zijn broer overleefde de
Naziterreur via de kampen Vught, Natzweiler en Dachau.
Verzetsofficier Henk Brinkgreve, geboren in Utrecht, werd door
SS-ers op 5 maart 1945 in Losser doodgeschoten. De nagedachtenis
aan deze bijzondere man wordt sinds 5 maart 2013 in ere gehouden
door een eenvoudig monumentje bij de plek waar hij om het leven
kwam. Joop Dijkhuis kwam om het leven op 1 april 1945,
tijdens een actie van het verzet op een boerderij in Hengevelde.
Pastoor Schaafs, die was opgepakt vanwege zijn anti-Duitse preken,
en Willem Game, de communistische voorman uit Overdinkel,
overleefden het kamp Dachau en keerden samen naar Losser terug.
Rijksduitsers
Een bijzondere groep vormden de zogenoemde Rijksduitsers. Zij
leefden vaak al generaties lang in Nederland en hadden zich om
verschillende redenen niet laten naturaliseren. En zeker in een
grensdorp als Losser woonden verschillende families die officieel
nog steeds de Duitse nationaliteit hadden. Nu werden de mannen
ingelijfd in het Duitse leger en moesten zij vechten voor hun
Duitse "vaderland", dat ze al lang niet meer als zodanig hadden
ervaren, vrouw en kinderen in Losser achterlatend.
De bevrijding op 3 april 1945 door Engelse troepen van dorp Losser
verliep rustig, maar De Lutte werd onder vuur genomen. Er werd
geschoten op het Bernardusgebouw, waar Duitse munitie lag
opgeslagen en ook de katholieke kerk en aangrenzende gebouwen
liepen schade op.