De Markelose Berg

De bisschoppelijke macht

Tijd van steden en staten

In de Middeleeuwen had de bisschop van Utrecht de geestelijke macht over een uitgestrekt gebied. Bovendien had hij wereldlijke macht over het Sticht Utrecht en het Oversticht, het gebied dat de huidige provincies Overijssel en Drente en de stad Groningen omvatte.

Bisschopsbenoeming

Tot 1122 benoemde de Duitse keizer de bisschoppen, doorgaans trouwe aanhangers, die hun bisdom niet aan nakomelingen konden nalaten, zodat keizers telkens een hun welgevallige kandidaat konden benoemen. In zo'n bisdom had de bisschop geestelijke en wereldlijke macht, dus hij oefende ook het bestuur over het gebied uit.
In het Concordaat van Worms, een in 1122 gesloten verdrag tussen de paus en de keizer, verloor de laatste het benoemingsrecht. De buren van het bisdom, hier de graaf van Holland en de hertog van Gelre, kregen invloed op de benoemingen. Dat had niet altijd een vreedzaam verloop. In feite werd de bisschop gekozen door het Domkapittel, de kanunniken van de vijf kapittelkerken in Utrecht, maar ook die van de kapittelkerken in Deventer en Oldenzaal. Deze laatste steden, de oudste parochiekerken in Overijssel, waren de zetels van de twee aartsdiaconaten, waarin Overijssel rond die tijd werd ingedeeld. Onder dat van Oldenzaal vielen 24 parochies, ongeveer het gebied van Twente. Het hoofd van een kapittelkerk werd proost genoemd. Toch hadden deze aartsdiakenen of proosten vaak geen grotere invloed op de benoeming van pastoors en kapelaans dan het goedkeuren van de persoon die door de eigenaar of patroon van de kerk was voorgedragen.

Rechtspraak

Er werd onderscheid gemaakt in kerkelijke en wereldlijke rechtspraak. De uitoefening van hun rechtsbevoegdheid in processen over kerkelijke goederen en functies en in strafzaken lieten de bisschoppen vaak over aan hun plaatsvervangers, de officialen. Eénmaal per jaar moest in elke parochie een kerkelijk gerecht, het seendgericht, gehouden worden. Dat ging over huwelijkszaken, toverij, ketterij en dergelijke. Vanaf de 12de eeuw werd dit overgelaten aan de aartsdiakenen. Verder vond er rechtspraak plaats op de Spoolderberg (bij Zwolle) en op de Markelose Berg.

Landbrief

De dominante IJsselsteden Kampen, Zwolle en Deventer waren doorgaans trouwe aanhangers van de bisschop, zoals ook elders in die tijd de steden vaak de landsheer steunden tegen de edelen. Rond 1350 was Jan van Arkel een krachtige bisschop. Zijn opvolger, Jan van Virnenburg, die door de paus uit Munster naar Utrecht overgeplaatst werd, kreeg problemen met de Overijsselse edelen. Zij overvielen hem in zijn kasteel te Goor. Daar werd hij gevangen gehouden. Hij kon het losgeld alleen betalen door enige tijd bepaalde inkomsten uit onder meer de rechtspraak in het Nedersticht te verpanden. Op 19 mei 1365 heeft hij in een belangrijke landbrief voor Twente de rechtspleging geregeld. Het betreft een schriftelijke vastlegging van oude rechten, zoals erfopvolgingen, heffen van tolgelden, en de straffen/boetes op doodslag.

Markelose Berg

De landbrief geeft ook inzicht in de relatie tussen de bisschop en zijn dienstmannen in Twente, die in ruil voor militaire bijstand landerijen van hem in leen hadden gekregen. In geval van oorlog moest de bisschop naar de Markelose berg komen om hulp te krijgen tegen zijn vijanden: "Wanneer wi (de bisschop) hoelpe hebben willen van mannen ende van dienstmannen daer siin wi sculdich umme to riden to Markeberghe (de Markeloseberg) ende kundighen mannen ende dienstmannen ende dien lande onse noet ende so sullen sy ons onvertrecket helpen op onse vyande".
Verder moest de bisschop op de Markelose berg gehuldigd worden: "wanneer eyn nye Biscop comt in dat Stichte van Utrecht, so is he sculdich to ridene to Markeberghe, dat wi ghedaen hebben daer zal hem man ende dienstman ende dat lant van Twente hulden, daer is he sculdich malke (elk) te beleenen haer Gued zonder oeren scaden".
Een herinnering aan dit verleden vinden we onder meer in het oude gemeentewapen van Markelo: naast de bisschopsmijter ook de gerechtsplaats die duidt op de Dingspelerberg waar vroeger door de Saksen al recht werd gesproken. Een verhoging in het landschap bij de Markelose berg draagt nog de naam "De Bisschop".

Einde van de wereldlijke macht van de bisschop

In de 15de eeuw wist de Bourgondische hertog Filips de Goede zijn kandidaat voor de bisschopszetel, David van Bourgondië, door te drukken bij de paus. Hiermee kwam het bisdom definitief onder de invloed van de Bourgondische en later de Habsburgse machthebbers. In 1528 trok keizer Karel V de wereldlijke macht in het bisdom helemaal naar zich toe.