Haaksbergen bestaat al meer dan 800 jaar en is een van de oudste
plaatsen in Twente. Oorspronkelijk was de naam Hockesberghe, die
zich in het spraakgebruik ontwikkelde tot Haaksbergen. Bergen
worden hier niet aangetroffen, dus is de voor de hand liggende
vraag: waar komt die naam vandaan?
De eerste bewoners binnen de huidige gemeentegrenzen vestigden zich
lang geleden nabij Buurse langs de Buurserbeek. Die beek stroomde
tot ongeveer het jaar 1400 door het dorp en daarlangs is
Haaksbergen ontstaan. In het begin was het niet meer dan een
nederzetting van enkele schamele huisjes. De boeren leefden van de
opbrengsten van hun eigen land en de akkers; de weilanden lagen
dichtbij de boerderijen. Door gebruik van grotere en betere ploegen
konden nieuwe akkers ontgonnen worden. Uit deze tijd stammen
erfnamen met het achtervoegsel -borg. Daar is de naam op terug te
voeren. Ten tijde van (natuur)gevaar voelde de bevolking zich op
verhogingen beschermd (geborgen).
Kasteel De Blanckenborgh
Waar het kasteel vroeger gestaan heeft, is niet met zekerheid te
zeggen. In eerste instantie werd gedacht aan het eind van de
huidige Blankenburg, in de volksmond Endeke Too. Bij opgravingen
werden in de directe omgeving een zilveren paardentuig, diverse
palen en paalresten gevonden. Dit was het bewijs dat hier reeds in
de 13e tot 15e eeuw bewoning moet zijn geweest. Vermoedelijk waren
dit onderhorige pachters van de kasteelheer. Ook de Kerksteeg kan
een aanwijzing zijn. Van oorsprong was dit een rechtstreekse
verbinding tussen het kasteel en de Pancratiuskerk.
De naam Hockesberghe wordt voor het eerst aangetroffen in het jaar
1188. Op de goederen- en inkomstenlijst van de Duitse graaf Hendrik
van Dalen, Heer van Diepenheim, wordt de "parochie Hockesberghe"
vermeld. Dit zou een plaats kunnen zijn voor het opbergen van
garven koren of vlas, in het Duits: Hocke. In het Nederlands zou
dit kunnen samenhangen met "hurken", een verlaging. Haaksbergen zou
dan een laagte zijn tussen de twee verhogingen Honesch en Zienesch.
Hockesberghe ontwikkelde zich in het spraakgebruik via Huckesberghe
en Haexbergen tot Haaksbergen.
De kerkdorpen
De oudst bekende vorm van de naam Buurse is Burse. Vanaf 1220 komt Buurse voor als eigennaam van de Heren van Buurse, Burse of Buerse. Burs is een plantennaam die zowel moerasrozemarijn als gagel kan betekenen. Het is waarschijnlijk dat Burse een gebied was waar veel bors (gagel) groeide. Dit werd gebruikt bij het brouwen van bier. Het kerkdorp Sint Isidorushoeve dankt zijn naam aan de heilige Isidorus, beschermheilige van het platteland. Het katholieke dorp is ontstaan rond de Sint Isidoruskerk, gereed gekomen in 1927. De naam Veldmaat komt van de gelijknamige veldnaam in het buitengebied tussen de weg naar Hengelo en naar Enschede. De omliggende landerijen waren Het Veldmater Veld. Omdat de bewoners arm waren, moesten ze in de Pancratiuskerk op de achterste banken zitten. Die werden steeds voller. Pastoor Wienholts nam daarom in 1929 het initiatief voor een eigen kerk in de Veldmaat, de St. Bonifatiuskerk, ingewijd in 1934. Daaromheen is het kerkdorp gegroeid, met winkels, scholen en een eigen verenigingsleven.
Gemeentewapen
Bij Koninklijk Besluit van 5 januari 1948 is aan Haaksbergen een gemeentewapen verleend: een in rood omgekeerd pentagram van goud, het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen. Het omgekeerde pentagram zou een weergave zijn van het vroegere gericht Haaksbergen met de marken Langelo, Brammelo, Buurse, Eppenzolder/Stepelo in combinatie met Holthuizen, en Boekelo (deel van St. Isidorushoeve). In het midden van het wapen staat de marke Haaksbergen/Honesch. De gemeentevlag kent de kleuren rood, afkomstig van het gemeentewapen, en blauw. Dit symboliseert de Buurserbeek, die historisch zo belangrijk was voor Haaksbergen.
Samenwerking
Sinds 1988 is Haaksbergen partner van de Duitse buurgemeente Ahaus. Een vriendschapsverdrag is in 1994 gesloten met de Hongaarse gemeente Nagykörös.