Vies
Hondenpoep op de stoep en zwerfafval in de berm? Bah! Ruim honderd jaar geleden keken de mensen niet op van viezigheid op straat. Het was juist heel gewoon. Op straat lag overal huisvuil en mest van mens en dier. Daartussen scharrelde ongedierte, zoals ratten. Ook het water was niet schoon. Mensen gooiden hun afval in sloten en kanalen. Datzelfde water werd als drinkwater gebruikt. Dat je daar ziek van kon worden, wist niemand.
Ziek
Veel mensen hadden een slechte gezondheid. Vooral de arme mensen. Zij hadden weinig te eten en woonden in hele kleine huisjes. Deze huisjes waren vaak niet groter dan één kamer, waar het hele gezin in woonde en sliep. Zo kon het dat er makkelijk dodelijke besmettelijke ziekten uitbraken, zoals cholera (diaree), pokken en kinkhoest.
Dirk Langeveld
In 1854 kwam Dirk Langeveld in Genemuiden wonen. Hij was stadsarts. Dokter Langeveld was één van de eerste artsen die begreep dat er een verband was tussen viezigheid en ziekten. Hij wilde de mensen helpen door ze te vertellen dat ze schoner moesten leven.
Afbraak
Samen met mannen van de gemeente bezocht hij scholen en arbeiderswoningen om te kijken hoe vies het daar was. De krothuisjes werden door de gemeente schoongemaakt of afgebroken. Ook zorgde de stadsarts ervoor dat er schoner drinkwater kwam. Dit werd opgeslagen in grote reservoirs. Pas in 1932 werd Genemuiden aangesloten op de waterleiding.