De oudste industrieterreinen van Zwartewaterland liggen aan het
Zwarte Water en het Meppelerdiep. De ligging van deze terreinen
herinnert nog aan de tijd dat het vervoer van goederen en
grondstoffen over het water hier vanzelfsprekender was dan vervoer
over de weg.
De afschaffing van de tol bij de brug over het Zwarte Water op 1
januari 1948 was een symbolisch moment. Precies dat jaar werd
Marcus Hendrik Malcorps (1917-2011) aangesteld als burgemeester van
Hasselt. De twee gebeurtenissen markeren het begin van een nieuwe
tijd. Een tijd niet alleen van herstel en wederopbouw, maar ook het
begin van een periode van groeiende welvaart met veel aandacht voor
woningbouw en industrialisatie.
Toen de oorlogsschade van de Tweede Wereldoorlog was hersteld, leek
de rust in de dorpen en steden van Zwartewaterland teruggekeerd.
Maar dat was schijn. Al voor de oorlog werd duidelijk dat
economisch gezien het roer om moest om werk te kunnen blijven
garanderen. De werkgelegenheid binnen de traditionele scheepvaart,
visserij en landbouw liep langzaam maar zeker terug. De toekomst
lag in nieuwe vormen van industrie.
Schroeven, lieren, bagger en beton
In Hasselt waren de gebroeders Ridderinkhof pioniers van het
eerste uur. In 1937 verplaatsten zij hun bedrijf in
scheepsapparatuur (opgericht in 1900) naar het eerste
industrieterrein van Hasselt, aan de overkant van het Zwarte Water.
Het bedrijf groeide na de oorlog uit tot één van de grootste
fabrikanten van scheepsschroeven ven scheepslieren van ons land. In
de jaren vijftig kwam daar baggerbedrijf Prins van Wijngaarden bij.
Scheepswerf Bodewes profiteerde daarvan omdat het opdracht kreeg
baggermolens te maken.
Burgemeester Malcorps liet geen gelegenheid onbenut om de gunstige
vestigingsfactoren van Hasselt onder de aandacht van ondernemers te
brengen. En met succes. In 1957 wist hij het internationale
baggerbedrijf Boltje over te halen naar zijn stad te komen. Samen
met de betonfabriek van Ekkelboom bruiste het in korte tijd van
leven op het industrieterrein. Er verschenen bedrijfsgebouwen,
havens, nieuwe wegen en woningen voor de werknemers. In 1964 werd
daar met de komst van Vaneg nog een schepje bovenop gedaan.
Naamgever Van Egteren liep voorop in de naoorlogse behoefte aan
betaalbare woningen. Duizenden prefabwoningen verlieten jaarlijks
de in de jaren zestig opgerichte fabriek. Voor de kopers en
huurders was de eenvoud en rechtlijnigheid van de kant-en-klare
woningen geen probleem: ze waren al lang blij dat ze een huis
konden krijgen.
Als een spin in het web
Volgens een krantenbericht kwamen alle draden van Hasselt
samen in de kamer van burgemeester Malcorps, die als een spin in
het web loerde op elke kans om zijn stad groter en welvarender te
maken. Hij was actief betrokken bij vele Hasselter verenigingen en
instellingen. Zo was hij onder andere voorzitter van de Stichting
Zwembad, de Coöperatieve Raiffeisenbank, beschermheer van Hasselts
Fanfare en dijkgraaf van de waterschappen Mastenbroek en
IJsseldelta. In 1972 werd hij opgevolgd door burgemeester Van Hout.
Marcus Malcorps overleed op 9 mei 2011 op 93-jarige leeftijd in
Zeist.