"Het is een lichte lentedag. Vreemd-helder en tè klaar voor dit donkere, bijna weemoedige land. Wit bloeien de zware kersetrossen door het zwarte eikenhout. De sleedoorn is uit en de krent wolkt om de sappige roggelanden." Zo begint Aar van de Werfhorst, pseudoniem van Piet Jansen (1907-1994) zijn roman De grote, stille knecht over een veenarbeider die zich als knecht in een volslagen vreemde omgeving weet op te werken tot zelfstandig boer. De roman uit 1936 is geïnspireerd door het boerenleven in de Ommer buurschap Junne, waar de grootouders van Aar van de Werfhorst vandaan kwamen en hij jarenlang een boerderij bewoonde. De grote, stille knecht geeft een indringend beeld van het wankele bestaan in de agrarische enclaves van de marken rondom Ommen in grofweg de 17de eeuw. De publicatie betekende de doorbraak in de schrijverscarrière van Aar van der Werfhorst en beleefde herdruk na herdruk.
Bargsigt
Het lommerrijke overgangsgebied van de Sallandse Heuvelrug naar de Vecht en Regge heeft in de loop van de 20ste eeuw veel kunstenaars en romanciers getrokken. De omgeving inspireerde hen hun gedachtewereld te verbeelden in woord, beeld of klank. Sommige kunstenaars kwamen er zelfs wonen, met name in de pittoreske buurschap Besthmen. Eén van hen was Selina Pierson-Andrée Wiltens (1882-1965). Op bezoek in Ommen werd ze tijdens een wandeling diep geraakt door het uitzicht op de kronkelende Regge met daarachter de contouren van de Lemelerberg. Ze besloot de locatie te kopen en liet er het landhuis Bargsigt bouwen, dat ze in 1924 betrok. Ze trouwde naderhand met de bankier Henri Daniël Pierson. Bargsigt ontwikkelde zich al snel tot een cultureel en literair centrum, waar verschillende schrijvers, filosofen en kunstenaars te gast waren. Regelmatige bezoekers waren onder meer de schrijvers Adriaan Roland Holst (1888-1976) en Victor van Vriesland (1892-1974) en de dichter Jacques Bloem (1887-1966). Ook de beeldhouwer en schilder Titus Leeser (1903-1996) behoorde tot de kunstenaarskring van Bargsigt. Hij voelde zich sterk aangetrokken door de omgeving en besloot ook in Ommen te gaan wonen. In 1973 vertrok hij naar Zwolle. Selina Pierson-Andrée Wiltens overleed in 1965 op 84-jarige leeftijd. Daarmee kwam een einde aan de kunstenaarskring van Bargsigt.
Willem Höfker
De schoonheid van het landschap in de buurschap Besthmen bleef ook niet onopgemerkt bij de schilder Willem Gerard Höfker (1902-1981). Zijn ouders hadden hem vernoemd naar de schilder Willem Witsen, die behoorde tot de Tachtigers. Toeval of niet, de jonge Willem Höfker bleek over schildertalent te beschikken en bezocht op jonge leeftijd de Haagse Academie, gevolgd door een opleiding aan de Amsterdamse Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Hij ontwikkelde zich tot een begaafd tekenaar, schilder, etser en graficus. Hij maakte na de Tweede Wereldoorlog naam met portretten, stadsgezichten en architectuurtekeningen. De vader van Willem Höfker was bevriend met het hoofd van de Amsterdamse HBS, Van Pesch, die aan de Bergweg in de buurschap Besthmen over een vakantieverblijf beschikte. Willem Höfker verbleef er regelmatig en schilderde het boerenleven in de buurschap.
Potterij Ommen
Veel bekendheid in Ommen geniet ook de kunstenaar Meindert Zaalberg (1907-1989). Deze had in 1937 de pottenbakkerij van zijn vader in Leiderdorp overgenomen. Hij ontwikkelde zich tot toonaangevend pottenbakker in binnen- en buitenland. In 1962 deed hij zijn bedrijf over aan zijn zonen en vestigde zich in Ommen. Met zijn vrouw betrok hij een huis in de Wolfskuil. Hij begon een pottenbakkerij op kleine schaal bij zijn woning, de Potterij Ommen. Zijn woning versierde hij met keramische voorwerpen uit zijn eigen pottenbakkerij. Ook het doopvont in de Gereformeerde kerk van Ommen is van zijn hand. Zaalberg overleed te Ommen in 1989.
Hedendaagse kunstenaars
Waar in het verleden verschillende kunstenaars naar Ommen kwamen om zich te laten inspireren door het landschap en zijn bewoners, zijn er de afgelopen decennia steeds meer Ommenaren zelf die pen, perceel of fotocamera ter hand hebben genomen. Deze lokale kunstenaars manifesteren zich ook in toenemende mate via tentoonstellingen en manifestaties. Ook in hun werk blijft Ommen en omgeving een belangrijke inspiratiebron.